Recensie
door
Tsenne Kikke
Dr. Thomas Gordon slaagt er in om twee werelden bij elkaar te brengen: de wereld van het kind en de wereld van de volwassene. Kinderen krijgen een luisterend oor. Er wordt niet enkel en alleen actief geluisterd naar wat ze zeggen, maar ook wat ze er eigenlijk mee willen bedoelen. Er wordt dus tussen de regels geluisterd. Aan de oudercursussen die door Gordon zijn ontwikkeld, hebben wereldwijd meer dan 1.000.000 mensen meegedaan. Aan de cursussen, speciaal voor docenten wereldwijd, meer dan 200.000 mensen.
Dit is al een ouder boek en waarschijnlijk vrij bekend bij mensen die met kinderen werken.
De titel zegt het al : het gaat om luisteren naar kinderen, maar wel op een speciale manier. Want er is luisteren en luisteren. Als ouder zijn we vaak geneigd om onze kinderen te willen helpen, dat kan de vorm aannemen van advies geven tot moraliseren en oordelen, enzovoort. Het luisteren is dan altijd gekleurd, het is een gecamoufleerd verlangen om het kind te helpen of naar onze eigen inzichten te vormen. Een kind voelt zich echter pas volledig geaccepteerd als de ouder niets van hem wil, dus zo blanco mogelijk is en uitsluitend als een klankbord functioneert.
Om dat te bereiken sturen we het gesprek niet, maar luisteren en decoderen wat het kind eigenlijk wil zeggen. Dat brengen we onder woorden. De auteur noemt het 'actief luisteren'.
"Veel mensen denken dat ze van hun gevoelens af kunnen komen door ze te onderdrukken, te vergeten of ergens anders aan te denken. Maar in werkelijkheid worden mensen juist bevrijd van hun moeilijkheden als men ze aanmoedigt er openlijk over te praten."
Actief luisteren heeft als het ware een reinigende werking. Met deze methode kunnen kinderen precies ontdekken wat ze voelen. Verder kunnen ze ook zelf makkelijker hun problemen zien en oplossen. De valkuil die in de interactie tussen ouders en kinderen zo vaak optreedt is dat de ouders het probleem van het kind willen overnemen, voor hen willen oplossen.
De eerste stap is het accepteren dat het kind een probleem heeft en dan door actief luisteren hem de mogelijkheden geven (dus door weerspiegeling) zijn problemen zelf op te lossen.
Het is ook belangrijk dat de ouders ik-boodschappen geven ipv jij-boodschappen. Dus hun directe gevoelens uiten en niet de gevoelens die op de ander geprojecteerd worden. Je kan bijvoorbeeld beter zeggen: ik ben boos op je in plats van jij bent zo vervelend en dat is de oorzaak van mijn woede.
Verder biedt de 'geen verlies' methode veel mogelijkheden omdat ouders en kinderen samen op gelijkwaardige wijze een oplossing proberen te vinden voor een probleem. De echte problemen komen dan tevoorschijn en de kinderen zijn vervolgens meer gemotiveerd omdat ze hun eigen problemen zelf opgelost hebben.
Er worden talloze voorbeelden gegeven van gesprekken tussen ouder en kind over heel herkenbare problemen waarbij de methode heel concreet en duidelijk wordt voor degene die hem wil toepassen.
Vanuit Advaita kunnen we zeggen dat het met deze methode inderdaad gaat om een heel open opstelling in het gedrag van de ouders naar de kinderen.
Als een open instelling in het bewustzijn zich radicaliseert is er de volledige acceptatie van de ander, met of zonder problemen. Dan is het ook de ervaring dat geen scheidingen zijn tussen jezelf en de ander. Het willen helpen enzovoorts..., als een standaard houding (van ouders naar een kind met een probleem) zal dan spontaan wegvallen of zijn weggevallen.
Daar dit boek op een heel concrete manier ouders en natuurlijk allen die met kinderen te maken hebben stimuleert om meer open te zijn in hun contact met kinderen, is het zeer aan te bevelen.
- Odile de Westphalen -