ProfielWie ben ikMijn interessesMijn poëzieBerichtenVriendenBeheer

Het Tibetaanse Boek van Leven en Sterven

Originele titel: The Tibetan Book of Living and Dying

Sogyal Rinpoche

Het Tibetaanse Boek van Leven en Sterven Type: Hardcover
Uitgever: Kosmos
Gewicht: 765 gram
Aantal Pagina's: 431
ISBN: 90-215-4518-7
ISBN-13: 978-90-215-4518-9
Categorie: Stervensbegeleiding
Richtprijs: € 34,95

Korte Inhoud


"Welke verwachtingen heb ik omtrent dit boek? Dat het een stille revolutie teweegbrengt in de manier waarop we omgaan met de dood en de zorg voor stervenden, en ook in de manier waarop we omgaan met het leven en de zorg voor de levenden."
- Sogyal Rinpoche -

In dit meest indrukwekkende werk brengt Sogyal Rinpoche, een internationaal bekend meditatieleraar en spreker, de oude wijsheid van Tibet in verband met hedendaags onderzoek van de dood en het sterven en van de aard van het universum. Met ongekende breedheid van opzet verheldert 'Het Tibetaanse boek van leven en sterven' de majestueuze visie op leven en dood die vervat ligt in het Tibetaanse Dodenboek.

Sogyal Rinpoche beschrijft eenvoudige maar doeltreffende oefeningen uit de Tibetaanse traditie die iedereen, ongeacht zijn religie of achtergrond, kan doen om zijn leven te veranderen, zich voor te bereiden op de dood, of stervenden te helpen.

Met een voorwoord van Z.H. de Dalai Lama.

Uittreksel


Blz. 36: Als we onze levens goed bekijken, zien we duidelijk hoeveel onbelangrijke taken, zogenaamde `verantwoordelijkheden', zich ophopen en onze levens vullen. Er is een leraar die dit vergelijkt met `de huishouding doen in een droom'. We zeggen tegen onszelf dat we tijd willen besteden aan de belangrijke dingen des levens, maar er is nooit enige tijd. Alleen al 's ochtends bij het opstaan is er zoveel te doen: het raam openen, het bed opmaken, een douche nemen, tanden poetsen, de kat of de hond eten geven, de afwas van de vorige avond doen, ontdekken dat de suiker of koffie op is, naar de winkel gaan, het ontbijt klaarmaken - de lijst is eindeloos. Dan zijn er kleren die uitgezocht moeten worden, gestreken, en weer opgevouwen. En over ons haar en onze make-up hebben we het dan nog niet eens gehad. Met lede ogen zien we toe hoe onze dagen dichtslibben met telefoontjes en onbetekenende zaken, met zoveel verantwoordelijkheden, of kunnen we ze niet beter `onverantwoordelijkheden' noemen?

Onze levens lijken ons te leven, hun eigen bizarre stuwkracht te hebben en ons mee te slepen; op den duur krijgen we het gevoel dat we geen keuze hebben of geen zeggenschap over ons leven. Natuurlijk hebben we hier af en toe een slecht gevoel over, we hebben nachtmerries, worden badend in het zweet wakker, en we vragen ons af: `Wat ben ik met mijn leven aan het doen?' Maar onze angst duurt slechts tot het ontbijt, we pakken onze aktetas en beginnen weer van voren af aan.

De Indiase heilige Ramakrishna zei tegen een van zijn volgelingen: `Als jij een-tiende van de tijd die je besteedt aan het achter de vrouwen aanzitten of aan het verdienen van geld, zou wijden aan spirituele beoefening, dan ben je binnen een paar jaar verlicht!' Rond 1900 leefde er in Tibet een meester, een soort Leonardo da Vinci van de Himalaya, die Mipham heette. Naar men zegt, heeft hij een klok, een kanon en een vliegtuig uitgevonden, maar zodra zij voltooid waren, vernietigde hij ze, omdat, zo zei hij, ze alleen maar oorzaak voor nog meer afleiding zouden zijn.

In het Tibetaans is het woord voor lichaam lü, dat letterlijk betekent 'iets wat je achterlaat', zoiets als bagage. Elke keer als we 'lü' zeggen, worden we eraan herinnerd dat we slechts reizigers zijn, die tijdelijk toevlucht nemen tot dit leven en tot dit lichaam. Daarom verdeden de mensen in Tibet niet al hun tijd aan het verbeteren van hun uiterlijke omstandigheden. Ze waren tevreden als ze genoeg te eten hadden, kleren aan hun lijf en een dak boven hun hoofd. Constant als bezetenen trachten onze situatie te verbeteren, kan een doel op zich worden, een zinloze afleiding. Zou iemand met gezond verstand het in zijn hoofd halen om elke keer dat hij een hotelkamer betrekt, deze opnieuw in te richten? Mooi vind ik het advies van Patrul Rinpoche:

Neem als voorbeeld een oude koe,
Zij vindt het best om in een schuur te slapen.
Je moet eten, slapen en schijten -
Daar ontkom je niet aan -
Al het andere gaat je niet aan.

Ik denk weleens dat de grootste prestatie van de moderne cultuur de briljante manier is waarop samsara met al zijn steriele afleidingen aangeprezen wordt. De moderne maatschappij lijkt mij al die dingen te huldigen die van de waarheid wegvoeren, die het moeilijk maken voor de waarheid te leven, en die mensen ontmoedigen zelfs maar te geloven dat er een waarheid bestaat. En dan te bedenken dat dit allemaal voortkomt uit een beschaving die beweert het leven te vereren, maar het in feite van elke werkelijke betekenis ontdoet; die eindeloos praat over mensen 'gelukkig' maken, maar in feite hun weg tot de bron van werkelijke vreugde blokkeert.

Dit moderne samsara teert op angst en depressie, emoties die het koestert en waarin het ons traint. Het voedt ons zorgvuldig door middel van een consumptie-apparaat dat, om te blijven functioneren, onze hebzucht continu moet stimuleren. Samsara is zeer goed georganiseerd, inventief, en geraffineerd; het bestookt ons van alle kanten met zijn propaganda, en schept een bijna ondoordringbare atmosfeer van verslaving om ons heen. Hoe meer wij proberen te ontsnappen, hoe harder we in de valkuilen lijken te vallen die het zo vernuftig voor ons heeft uitgezet. Zoals de achttiende-eeuwse Tibetaanse meester Jikmé Lingpa zei: 'Gefascineerd door de schier oneindige verscheidenheid van verschijnselen, dolen wezens eindeloos rond in samsara's vicieuze kringloop.'

Geobsedeerd door valse hoop, dromen en ambities, die geluk beloven maar slechts aanleiding zijn tot meer ellende, zijn wij als mensen die door een eindeloze woestijn kruipen, omkomend van dorst. Het enige wat samsara ons aanreikt is een kop zout water, bedoeld om ons nog dorstiger te maken.

Gedicht op blz. 47: Autobiografie in vijf hoofdstukken

1) Ik loop door een straat.
Er is een diep gat in het trottoir
Ik val erin.
Ik ben verloren... ik ben radeloos.
Het is mijn schuld niet.
Het duurt eeuwig om een uitweg te vinden.

2) Ik loop door dezelfde straat.
Er is een diep gat in het trottoir
Ik doe alsof ik het niet zie.
Ik val er weer in.
Ik kan niet geloven dat ik op dezelfde plek ben.
Maar het is mijn schuld niet.
Het duurt nog lang voordat ik eruit ben.

3) Ik loop door dezelfde straat.
Er is een diep gat in het trottoir
k zie dat het er is.
Ik val er weer in... het is een gewoonte.
Mijn ogen zijn open.
Ik weet waar ik ben.
Het is mijn schuld.
Ik kom er direct uit.

4) Ik loop door dezelfde straat.
Er is een diep gat in het trottoir
Ik loop eromheen.

5) Ik loop door een andere straat.

Het doel van nadenken over de dood is een werkelijke verandering teweegbrengen, leren hoe je `het gat in het trottoir' kunt vermijden, en `door een andere straat' kunt lopen. Vaak vereist dit een periode van retraite en diepe contemplatie, omdat alleen dat onze ogen werkelijk kan openen.

Je met de dood bezighouden hoeft niet angstaanjagend of morbide te zijn. Waarom denken wij niet over de dood na wanneer we echt geïnspireerd zijn, ontspannen, en op ons gemak, bijvoorbeeld als we in bed liggen of op vakantie zijn of naar mooie muziek luisteren? Waarom denken we er niet over na als we gelukkig zijn, in goede gezondheid en vol vertrouwen? Soms zijn er speciale momenten die vanzelf tot introspectie leiden. Laat deze rustig op je inwerken, want dit zijn de momenten waarop je een sterke ervaring kunt hebben en je hele wereldbeschouwing ineens kan veranderen. Dit zijn de momenten waarop eerdere overtuigingen vanzelf afbrokkelen en je merkt dat er iets verandert.

Contemplatie over de dood leidt tot een gevoel van wat wij `onthechting' noemen, in het Tibetaans ngé jung. Ngé betekent 'feitelijk' of `absoluut', en jung betekent `eruit komen', 'uitstijgen boven', of `geboren worden'. Door veelvuldig en diep na te denken over de dood ontstaat een gevoel van afkeer en merk je dat je gaandeweg boven je patronen `uitstijgt'. Je bent steeds meer bereid ze los te laten, en uiteindelijk zul je je er zo gemakkelijk van kunnen bevrijden 'zoals je een haar uit een stuk boter trekt', zo zeggen de meesters.

Recensie

door Tsenne Kikke
De teksten onderwijzen niet alleen in de kunst van leven en sterven; de essentie van het boek is het herkennen en onthullen van de ware aard van de menselijke geest, het leren waarnemen van onze aandriften en drijfveren. De zin van het leven omvat de doodservaring, niet als gebeuren op een bepaald tijdstip, maar als een voortdurend bewust en bereid zijn. Het verlossende inzicht komt voort uit zelfkennis.

Het boek leert ons ook dat de dood de ontbinding is van tijdelijke attributen, de mens zelf sterft niet maar leert de symptomen van de dood te onderscheiden waardoor deze laatste levensfase niet als angstaanjagend maar juist als vredig kan worden ervaren. De betekenis van het sterven is onverbrekelijk met de zin van het leven verbonden.

De Bardo Thödrol, ofwel het Tibetaans boek van Leven en Sterven, is het bekendste en meest mysterieuze boek van Tibet, wijd en zijd bekend. Velen beginnen eraan, maar weinigen lezen het helemaal uit. Zoals een hoge bergtop die door velen bewonderd wordt, maar moeilijk te beklimmen is. Toch is dit boek een aanrader omdat Sogyal Rinpoche jou hierbij begeleidt met als gevolg dat het lezen wordt vergemakkelijkt. Het bevat een verzameling van honderden buitengewoon diepzinnige teksten.

'Het Tibetaans boek van Leven en Sterven' is een van de schatten of 'termas' die Padmasambhava, de Indiase leraar die het boeddhisme in Tibet introduceerde, verborg in grotten en in de gedachten van zijn toekomstige discipelen. Hij leerde over drie van de zes bardos ofwel 'toestanden van samsara', de cyclus van leven en sterven. Alle zes zijn het overgangsstadia, de een leidt natuurlijk en onvermijdelijk tot de volgende, behalve als dit proces onderbroken wordt doordat verlichting gebeurt.

Drie van de zes bardos zijn toestanden in het leven: wakker zijn, de slaap- en droomtoestand, en de meditatieve toestand. Deze drie beginnen met de geboorte en eindigen met de dood. De drie bardos besproken in het Tibetaans boek van leven en sterven, daarentegen, beginnen met de dood en eindigen met wedergeboorte. Deze drie bardos van de dood worden 'de bardo van helder licht', de 'bardo van schijnende waarheid, of realisatie van Werkelijkheid' en 'de bardo van het worden', genoemd. Het meest waarschijnlijke tijdstip om spontaan verlichting te bereiken en het proces van overgang van de ene bardo naar de andere te onderbreken, is tijdens de 'natuurlijke bevrijding', ofwel de dood.

Het boek richt zich tot iedereen, maar vooral tot hen die aan zelfkennis doen. Het doet ons inzien dat leven een kunst is op zichzelf met als bedoeling om de kunst van het sterven te begrijpen en onder de knie te krijgen. Kortom: in wezen zou dit boek in geen enkele bibliotheek mogen ontbreken.

Koop dit boek bij


Bestellen
Adverteren
Zoek&Vind
Meer
Spiritualia
Contact
Copyright © 2008-2024 Spiritualia. Alle rechten voorbehouden. | Privacy Statement | Gedragscode | Algemene Voorwaarden | Auteursrecht