Vegetarisme is de voedingswijze, die zich kenmerkt door het niet eten van vlees, vis, schaaldieren, gevogelte en insecten. Mensen, die deze voedingsregel in de praktijk brengen, worden aangeduid als 'vegetariërs'. Sommigen nemen deze definitie strikter en beschouwen vegetarisme als de voedingswijze waarbij men alleen plantaardig voedsel tot zich neemt. De mensen die de strikte variant aanhangen noemen zich 'veganist'. Vegetarisme is afgeleid van het Latijnse adjectief 'vegetus', wat 'levendig, opgewekt, krachtig' betekent.
Een vegetariër eet geen producten die zijn verkregen door het doden van dieren, zoals vis, vlees en gevogelte. Strikt genomen eten vegetariërs ook geen dierlijk stremsel (verwerkt in de meeste soorten kaas) en geen gelatine, sommige vegetariërs zullen echter om praktische redenen toch nog gelatine en dierlijk stremsel eten.
Ook is er een groep mensen die helemaal geen van dieren afkomstige voedingsmiddelen eet, zoals eieren en zuivel. Dit noemt men strikt-vegetarisme of veganisme. Veganisten beperken hun inzichten niet tot etenswaren. Zij gebruiken bijvoorbeeld ook geen wol of leer.
Vegetariërs die wel eieren eten, maar geen zuivel, worden 'ovo-vegetariërs' genoemd. Vegetariërs die wel zuivel eten, maar geen eieren, worden 'lacto-vegetariërs' genoemd. Deze groep is voornamelijk te vinden onder aanhangers van het hindoeïsme. Vegetariërs die zowel eieren als zuivel eten, heten 'ovo-lacto-vegetariërs'.
De verzamelnaam vegetariër wordt gebruikt voor mensen die geen voedsel eten waar dieren voor zijn doodgemaakt. De term schept nogal eens verwarring, omdat de grens niet helemaal duidelijk gelegd kan worden. Er is een grens tussen het rechtstreekse eten van dierlijk voedsel waar het dier voor is gedood en de afgeleide producten zoals leer, stremsel en gelatine. Dan is er de grens waarbij men kan spreken van veganist. Bij dit principe staat het niet willen exploiteren van welk dier dan ook centraal. Verder zijn er mensen die om verschillende redenen minder vlees eten. Deze mensen vallen strikt genomen niet onder de definitie van vegetariër omdat bij dit eetpatroon wel dieren worden gedood.
Zo zijn er zogenaamde parttime-vegetariërs - ook wel 'vleesverminderaars' of flexitariërs genoemd. Dit kunnen consumenten zijn die op niet-principiële gronden minder vlees eten. Dit laten ze dan achterwege bijvoorbeeld om te lijnen, of om andere gezondheidsredenen, of omdat ze het niet nodig vinden om dagelijks vlees te eten. Maar ook het niet verantwoordelijk willen zijn voor de productie van dierlijk voedsel in de bio-industrie. Het kunnen ook mensen zijn die wel op principiële (bijvoorbeeld die bio-industrie) gronden minder vlees eten, maar het ofwel genoeg vinden om minder dan 100% vegetariër te zijn, ofwel het (nog) te moeilijk vinden om 100% vegetariër te zijn. In de Engelse volksmond wordt deze levensstijl 'flexitarianism' genoemd. Het komt ook voor, dat men alleen geen vlees eet, maar wel vis (pescotariër) en/of gevogelte (pollotariër).
Sommigen eten wel dierlijke producten, maar alleen als zij hier niet voor hoeven te betalen, en dus de industrie niet steunen. Zij eten bijvoorbeeld producten die anders (wegens de houdbaarheidsdatum) weggegooid zouden worden. Dit noemt men in de Engelse volksmond 'freeganism'.
Een apart geval is honing. Er zijn mensen die dit niet eten omdat zij het niet ethisch vinden, dat de bijen hard moeten werken om een flinke voedselvoorraad aan te leggen, waarna de imker die wegneemt. Een ander bezwaar is dat de bijen tijdens de winter met suikerwater worden bijgevoerd, waardoor ze minder lang zouden leven.
Veganisten die ook geen planten (ook levend) opeten, worden fruitariërs genoemd. Zij eten alleen delen van de plant die geoogst kunnen worden zonder de plant te doden, of van vitale delen (zoals bladeren) te ontdoen. Dat komt dus neer op vruchten (inclusief noten) en zaden. Zo eten Jaïnisten geen wortels, uien, en aardappels omdat je hiermede belemmert dat de plant verder groeit. Veganisten eten dit plantaardige voedsel bovendien vaak in onverhitte, dus rauwe, vorm en zijn in dat geval tevens raw-foodist.
Argumenten voor het vegetarisme, zijn:
. Medeleven met dieren: dit motief kan voortkomen uit een afkeer van de bio-industrie of bezwaar tegen het misbruiken van dieren als gebruiksvoorwerpen.
. De zorg voor het milieu (lucht, bodem, water): men kan de productie van vlees zien als een verspilling van graan en water, omdat er bij de omzetting van voer en water in vlees veel energie verloren gaat. Als de mens rechtstreeks plantaardig voedsel tot zich neemt, zorgt dit voor meer voedingswaarde en minder druk op het milieu. Koeien produceren tijdens hun spijsvertering het broeikasgas methaan. Het mestoverschot (ammoniak) en de gebruikte medicijnen (antibiotica) belasten het milieu. Recent wordt om deze reden onder andere door de Partij voor de Dieren, GroenLinks en milieubewegingen krachtig gepleit voor vleesloze dagen in de strijd tegen het broeikaseffect.
. Religieuze of spirituele redenen: onder andere hindoeïsme, boeddhisme en jainisme gaan uit van ahimsa = "niet kwetsen"; strikt uitgelegd leidt dit tot een vegetarisch dieet. Joden en moslims eten geen varkensvlees, hindoes eten geen rundvlees, of zijn zelfs halfveganisten (Vaishnavisme) (nuttigen wel zuivelproducten, maar geen vis, vlees en ei)[3], Jain zijn hoofdzakelijk fruitariërs, sommigen nuttigen nog melk. Mensen die in reïncarnatie geloven, voelen schroom voor de mogelijke consumptie van een familielid. Veel Zevendedagsadventisten zijn vegetariër, hoewel hun geloof het eten van vlees slechts beperkt. Ook aanhangers van andere religies met een beperkt vleesdieët, eten in een gemengd gezelschap liever uitsluitend vegetarisch, om het risico te vermijden, dat ze per ongeluk toch verkeerd vlees zouden eten. De Griekse filosoof en wiskundige Pythagoras geloofde in zielsverhuizing en was vegetariër.
. Redenen van menselijke gezondheid: sommige studies beweren dat vegetariërs gezonder zijn en langer leven dan vleeseters. Ook zijn er studies die erop wijzen dat de consumptie van vis en gevogelte gezonder is dan die van wild, rund- en varkensvlees. Er zijn ook studies die bewijzen dat vegetariërs minder kans hebben op sommige vormen van kanker (soms zelfs tot 50% minder kans) en hartklachten. Ook verlaagt een vegetarisch dieet de kans op galstenen, nierstenen en osteoporose. Ook is bekend dat voor sommige mensen het niet eten van vlees bloeddrukverlagend werkt. Zeker is dit allemaal echter niet, zie "vegetarisme en gezondheid".
. Het wereldvoedselprobleem: het voedsel dat nu gebruikt wordt voor de groei van dieren (lees: de vleesproductie) kan efficiënter aangewend worden om de honger of een voedselcrisis te bestrijden. Een dier eet vele malen meer voedsel dan het via de slacht uiteindelijk zal opleveren. Men kan dus vegetariër worden uit solidariteit met de hongerende medemens.
Kritieken op het vegetarisme zijn, onder andere:
. Biologie: De mens, als dier, is een alleseter en kan zowel vlees als groente consumeren. Hoewel dit een mogelijkheid tot kiezen suggereert, zou het afzien van eender welke voedselbron op den duur tot een tekort aan wezenlijke bouwstoffen kunnen leiden.
. Gezondheid: Studies wijzen uit dat er een kans bestaat dat men als vegetariër op den duur een vitamine B12-tekort kan oplopen, een vitamine die wordt toegevoegd aan veevoer en zodoende voorkomt in de voeding van omnivoren. Bij vegetariërs die eieren en zuivel gebruiken komt een vitamine B12-tekort echter minder vaak voor dan bij niet-vegetariërs. Door vitamine B12 bij te slikken is het mogelijk om zonder consumptie van dierlijke producten, tekorten te voorkomen.
. Kennis: Door de aard van het dieet (voorwaarde) is een grondige voedingskennis vereist om een uitgebalanceerd dieet te kunnen samenstellen. Dat is niet voor iedereen een even grote vanzelfsprekendheid.
Onderstaande argumenten zijn niet zozeer kritiek, maar argumenten om geen vegetariër te worden:
. Moeilijk om volhardend te zijn: dierlijke producten zijn zo ingeburgerd in onze samenleving dat het een hele opgave is om strikt vegetarisch te zijn. Voor veel mensen is dit een reden om af te zien van het vegetariër zijn. Veel vegetariërs worden ook geconfronteerd met vragen en opmerkingen omtrent enige tegenspraak in hun gedrag: "als je echt tegen dierenleed bent, dan wil je ook geen melk drinken, eieren en gelatinehoudende producten eten, etc.". Een argument daartegen is: beter inconsistent goed, dan consistent fout. Parttime vegetarisme is daardoor ook met dezelfde argumenten uit te leggen.
. Niet zonder vlees willen: veel mensen geven aan dat vlees een onmisbaar onderdeel van hun dagelijkse voedingspakket is. Dit argument is, meestentijds, vooral gebaseerd op de smaaksensatie die vlees teweeg brengt. Lekker eten zonder vlees vinden zij onmogelijk. Dit is natuurlijk altijd een kwestie van smaak, hoewel veel vleeseters wel toegeven dat bepaalde gerechten ook zonder vlees kunnen. Vooral Italiaanse gerechten zoals pasta en pizza kunnen vol van smaak zijn zonder vlees. Voor deze mensen is parttime vegetarisme wellicht te overwegen. Er komen ook steeds betere vleesvervangers op de markt die de transitie naar een plantaardige voeding voor deze mensen kunnen vergemakkelijken.
Vegetarische voeding: Het is mogelijk om vegetarisch te eten door het vlees uit een maaltijd weg te laten, maar een vegetariër past meestal het voedingspatroon aan. Er wordt veel gebruikgemaakt van pasta, rijst, couscous, aangevuld met peulvruchten en groentes. Ook kiest men geregeld voor een vleesvervanger.
Die term is wat verwarrend omdat de meeste vegetariërs een voedingspatroon hebben waarbij gevarieerd eten centraal staat. Het woord veronderstelt dat een onderdeel uit het gangbare menu vervangen zou moeten worden. Beter is te spreken van plantaardig eiwit. Bij de voeding over een hele dag zal een vegetariër letten op zogenaamde complementaire eiwitten. In tegenstelling tot een vleesproduct moet vegetarische voeding worden samengesteld.
Granen en bonen vormen complementaire plantaardige eiwitten die samen de behoefte aan volwaardig eiwit kunnen dekken. De van nature aanwezige hoogwaardig samengestelde eiwitten (alle aminozuren zijn in één product aanwezig) van vlees, eieren en zuivel hebben ook een nadeel: ze moeten door de spijsvertering worden afgebroken, waarbij dan stoffen als ammoniak vrijkomen die van nadelige invloed kunnen zijn op de vitamine D-opname. De vegetariër stelt de noodzakelijke eiwitten samen met elkaar aanvullende, plantaardige eiwitten die samen even hoogwaardig zijn als van dierlijke producten. Dit kan door een combinatie van granen en peulvruchten die elk een aminozuur in ruimere mate bezitten die de andere net een beetje minder hebben. Zo bevatten granen de aminozuren methionine en cysteïne die in peulvruchten minder aanwezig zijn. Die peulvruchten bevatten echter het aminozuur lysine in grote hoeveelheden, dat weer minder in granen is terug te vinden.
Daarnaast moet de vegetariër er op letten dat hij extra voedingsstoffen via de maaltijd binnen krijgt: (met name wezenlijke vetzuren, vitamine B12 en ijzer), zodat hij een volwaardige maaltijd nuttigt en geen tekorten oploopt (overigens geldt dit ook voor vleeseters; vlees is nooit een vervanger van goed en gevarieerd voedsel). De laatste onderzoeken en inzichten laten zien dat de variatie van peulvruchten en granen niet in één maaltijd hoeft voor te komen.
Vooral vitamine B12 is belangrijk om op te letten. Dit is een vitamine die slechts voorkomt in dierlijke producten. Een veganist zal daarom deze beslist noodzakelijke voedingsstof via supplementen tot zich moeten nemen. De aanvulling van B12 via voeding kan komen uit zuivel- en eiproducten. Daar bovenop geven zuivel en eiproducten ook meer noodzakelijke voedingsstoffen. Net zoals ijzerrijke groenten en vruchten als vijgen en spinazie. Vaak worden in een vegetarisch gerecht noten (ook een eiwitbron), vegetarische kaas, linzen en producten als tofoe of tempeh, (gemaakt van de sojaboon), gebruikt.
Verder kan er een tekort aan het aminozuur carnitine ontstaan. Carnitine wordt door het lichaam zelf aangemaakt, maar bij strikte vegetariërs kan er toch een tekort optreden.
In de hedendaagse supermarkt zijn vaak vleesvervangende producten verkrijgbaar, meestal gemaakt van soja, gluten, schimmelculturen of zuivel. Sommige zijn gevormd naar een type vlees, zoals vegetarisch gehakt of een vegetarische hamburger. Andere staan meer op zichzelf, zoals een kaasburger of gekruide stukjes tofoe.
Vegetarisme en gezondheid: De invloed van een voedingspatroon zonder dierlijke producten op de gezondheid is niet eenvoudig te onderzoeken. Vegetariërs wijken niet alleen qua voeding af van de doorsnee bevolking, maar ook qua opleiding, sociaal-economische positie en verdere levensstijl. Vegetariërs weren regelmatig ook tabak, alcohol, koffie, drugs en suikerrijke producten. Dit heeft ongetwijfeld invloed op hun gezondheid. Een aantal studies wijst er op dat vegetariërs gezonder zijn, maar er zijn nog geen multivariate analyses gedaan om het effect van de voeding als zodanig te analyseren.
Vanaf 2007 is het mogelijk voor vegetariërs om een vegapolis af te sluiten tegen ziektekosten. De maatschappij die deze polis in het leven heeft geroepen, geeft kortingen op producten als 'vleesvervangers' en vergoedt de kosten voor het lidmaatschap van een diervriendelijke organisatie.
Organisaties gespecialiseerd in vegetarisme
- Vind nog meer organisaties gespecialiseerd in vegetarisme op Zoek&Vind.
- Jouw organisatie er nog niet tussen? Voeg ze toe op Zoek&Vind!
Blogposts over vegetarisme
|