Veganisme is een levenswijze die in wezen inhoudt dat men op geen enkele wijze gebruik maakt van dierlijk voedsel, noch van producten die van dieren afkomstig zijn. Anders gezegd: veganisten gebruiken geen dierlijk voedsel zoals vlees, vis, mosselen, garnalen, gevogelte, insecten en zo meer, noch zuivelproducten, eieren, honing, gelatine, dierlijk stremsel, levertraan, noch dierlijke materialen, zoals scheerwol, dons, kamelenhaar, zijde, leer, ivoor, balein, hoorn, enzovoorts. Ze gaan dus vele stappen verder dan vegetariërs.
Het kan erg moeilijk, en soms bijna onmogelijk zijn, om in de praktijk altijd volgens de veganistische leefregels te handelen en soms moet men compromissen sluiten. Naar gelang de omstandigheden en het eigen karakter worden door verschillende veganisten verschillende keuzen gemaakt. Nadat men is overgestapt naar het veganisme doen sommige mensen direct alle dierlijke producten de deur uit, maar anderen verslijten hun leren schoenen en wollen truien tot op de draad.
Over noodzakelijke levensbehoeften, zoals kleding, bestaan verschillende opvattingen. Veel veganisten maken hierbij evenmin gebruik van dierlijke producten maar er zijn ook veganisten die vinden dat onder bepaalde voorwaarden het gebruik van dierlijke producten wel is toegestaan. Zo kan wol, bijvoorbeeld, ook verkregen worden door de bij het wisselen van vacht de afvallende haarplukken van vrije schapen te verzamelen, en leer kan verkregen worden van dieren die een natuurlijke dood zijn gestorven.
Aangezien dierlijke stoffen in veel alledaagse gebruiksartikelen verwerkt zijn, kunnen ook hier dilemma's ontstaan waardoor niet aan het sluiten van compromissen ontkomen kan worden. In bepaalde medicijnen, lijm, latex- en rubbersoorten, fietspompen,enzovoorts, is vaak dierlijk materiaal verwerkt. Ook plantaardige margarine mag wettelijk gezien smaakstoffen van dierlijke oorsprong bevatten. Drukwerk en fotografie waren voorheen vaak evenmin geschikt voor veganisten, maar door de digitalisering veranderde dat snel.
De afwijzing van dierproeven heeft in het uiterste geval als gevolg, dat er geen gebruik gemaakt kan worden van bepaalde medicamenteuze en bestralingsbehandelingen binnen de gezondheidszorg, omdat die eerst op dieren getest worden. Hoewel ook hier gekozen moet worden tussen principe en realiteit is dit geen puur veganistisch dilemma omdat dit door veel niet-veganisten eveneens zo gezien wordt.
Sommige veganisten houden uit principe geen huisdieren, maar anderen nemen een kat of hond uit een asiel en proberen die, hoewel dit van nature vleesetende dieren zijn, volgens veganistische principes te voeden.
Voor sommige veganisten is het werken met dierlijke mest in de land- en tuinbouw een probleem. Ook over het gebruik van pesticiden en over de vraag of dieren die schade aan de oogst toebrengen ontzien moeten worden, bestaan verschillende meningen. Ecologische landbouw hoort volgens sommigen bij het veganisme, volgens anderen echter niet.
Het motief van veganisten is van ethische aard. Veganisten stellen voorop dat ze dieren niet willen doden en bovendien geen leed of schade toe willen brengen. Het houden van dieren of het gebruiken van dierlijke producten zonder de dieren te doden, rangschikt men onder het toebrengen van leed of schade.
Er worden andere motieven genoemd, maar deze leiden logischerwijs geen van alle tot de 100%-keus die veganisme is. Het zijn echter wel motieven om vrijwel veganistisch te gaan leven:
. Gezondheid: De veganistische voedingswijze deelt een aantal voordelen met bijvoorbeeld het Mediterraan dieet, dat in vergelijkende studies gezonder blijkt dan de Hollandse pot. Onderzoek naar de gezondheid van veganisme is gecompliceerd, omdat moeilijk uit te maken valt of veganisme gezond uitpakt, of dat mensen die toch al meer op hun gezondheid letten eerder tot veganisme besluiten. Mensen die om gezondheidsredenen (allergieën, stofwisselingskwalen) veganistisch gaan eten zijn strikt genomen geen veganisten als ze het ethische motief niet onderschrijven.
. Milieu: Bij vervanging van dierlijke producten door plantaardige met gelijke voedingswaarde is tussen twee- en twintigmaal minder landbouwgrond nodig, afhankelijk van het product. Met daarbij de kanttekening dat sommige gronden zo marginaal zijn, dat ze voor tuinbouw niet geschikt zijn en wel voor veeteelt. Bij de berekening van de Ecologische voetafdruk leidt dierlijke voeding tot een grote voetafdruk en veganisme dus tot een kleine.
. Wereldvoedselprobleem. Dit is de sociale kant van het vorige punt. Een land als Nederland heeft veel te weinig grond om de grote veestapel te onderhouden, het importeert dan ook grote hoeveelheden veevoer, deels uit armere landen. Landbouwgrond in armere landen dan Nederland wordt gebruikt om veevoer te verbouwen, maar zou ook gebruikt kunnen zijn voor de teelt van voedsel voor mensen. De berekening van de ecologische voetafdruk legt bloot dat er een netto eiwitstroom van armere naar rijke landen gaat: vijf kilo soja-eiwit komt op zijn best retour als 1 kilo dierlijk eiwit.
. Religie: Volgens sommigen is veganisme onderdeel van een omvattender religieuze keuze. Vooral het jaïnisme uit India wordt genoemd als een leer die geheel of grotendeels tot een veganistische leefwijze leidt, hoewel jains doorgaans geen veganisten zijn. Aanhangers van andere godsdiensten zullen ter staving van hun keus voor veganisme teksten zoeken zoals de Bijbeltekst Spreuken 12:10: "De rechtvaardige kent het leven van zijn beest; maar de barmhartigheden der goddelozen zijn wreed." Volgens een islamitische traditie schijnt Mohammed gezegd te hebben: "Wie goed is voor de dieren, is goed voor zichzelf". Desondanks is veganisme onder moslims niet wijdverspreid. Tevens zijn deze uitspraken voor meerdere uitleg vatbaar, of minstens zijn ze geen aansporing gebleken om massaal voor veganisme te kiezen. Tevens staan er in dezelfde Bijbel andere zaken die het bovenvermelde tegenspreken.
. Voeding & deficiënties: Ondanks diverse gezondheidsvoordelen kan een onevenwichtig veganistisch voedingspatroon tekortschieten in de voorziening van diverse belangrijke nutriënten oftewel voedingsstoffen. Een veganistisch dieet is doorgaans rijker aan magnesium, foliumzuur, de vitaminen C en E, ijzer en fytochemicaliën. Maar is armer aan proteïnen, vitamine B12, omega 3-vetzuren, vitamine D, calcium en cobalamine. In sommige gevallen kan ook een tekort aan ijzer of zink ontstaan.
. Veganisme en vitamine B12: Vitamine B12 is nodig bij onder meer de opbouw van zenuwcellen; dagelijks is maar zeer weinig B12 nodig, enkele microgrammen. Vitamine B12 komt in de natuur voor in microben en dierlijke producten, maar in planten is voor de mens bruikbare vitamine B12 afwezig. (Met uitzondering van wortelknolletjes van sommige vlinderbloemigen, maar die worden niet als voedsel gebruikt.) De overstap naar een veganistisch voedingspatroon leidt na een aantal jaren dan ook tot een gebrek aan B12 (wanneer B12 niet via supplementatie of via verrijkte producten toegevoegd is binnen het voedingspatroon). Wanneer deze vitamine niet meer via de voeding of via een voedingssupplement wordt aangevoerd, zijn de eigen voorraden in de lever nog twee à vijf jaar toereikend.
B12 kan in het begin van het darmstelsel uit voeding worden opgenomen, maar niet in het eind, terwijl juist daar in de darmflora bacteriën voorkomen, die volop B12 produceren. Dit verklaart waarom mensen een gebrek aan B12 kunnen hebben, terwijl tegelijkertijd hun eigen uitwerpselen veel B12 bevatten. Er wordt door sommige veganisten geclaimd dat ze nooit een gebrek aan B12 hebben gekregen, maar er is geen onderzoek naar gedaan. (In theorie zou het misschien kunnen dat bij sommigen de darmflora B12 produceert in een deel van de darm waar B12 wel opgenomen kan worden.) De medisch veilige weg is om veganisme altijd te combineren met supplementatie van B12. Vitamine B12 in voedingsupplementen wordt geproduceerd door bacteriën en is dus voor veganisten acceptabel. Bacteriën zijn wel levende organismen, maar geen dieren.
Een tekort aan vitamine B12 kan zich onder meer uiten in cognitieve stoornissen (onder andere geheugenverlies), neurologische problemen (onder andere tintelingen, coördinatiestoornissen, ataxie) en via een verhoogd homocysteïnegehalte in een verhoogde kans op hart- en vaatziekten. Dit kan een langzaam en sluipend proces zijn, waardoor de symptomen eerst niet opvallen. Een aantal van de gevolgen van B12-tekort is van zeer ernstige aard en onomkeerbaar.
Analogen van vitamine B12: In oudere onderzoeksrapporten werd nogal eens beweerd, dat sommige plantaardige voedingsmiddelen vitamine B12 zouden bevatten.Vooral tempeh en zeewier werden genoemd, maar deze producten bevatten zogeheten analogen. Dat zijn stoffen die chemisch vrijwel gelijk zijn aan B12, en die in bepaalde chemische tests voor B12 werden aangezien, maar die in het lichaam niet werkzaam zijn als vitamine.
. Verwante levenswijzen: Twee nauw aan het veganisme verwante voedingsprincipes zijn het vegetarisme en het fruitarisme. Enerzijds gaat het veganisme op voedingsgebied iets verder dan het vegetarisme, doordat naast geen dieren zelf ook geen dierlijke voortbrengselen als melk, eieren en honing gebruikt worden, anderzijds gaat het fruitarisme nog weer verder dan het veganisme, doordat het naast alle soorten dierlijk voedsel ook de soorten plantaardig voedsel afwijst waarvoor planten gedood of beschadigd moeten worden.
Overigens is ook het raw-foodisme, oftewel het rauw en dus in onverhitte vorm consumeren van de voeding die men gebruikt, een voedingsprincipe dat nogal wat veganisten mede aanhangen; dit niet in de laatste plaats doordat juist de meeste soorten plantaardig voedsel zich bij uitstek lenen om in hun natuurlijke vorm geconsumeerd te worden.
Organisaties gespecialiseerd in veganisme
- Vind nog meer organisaties gespecialiseerd in veganisme op Zoek&Vind.
- Jouw organisatie er nog niet tussen? Voeg ze toe op Zoek&Vind!
|