Mogelijk ook bekend als verloskunde.
Iemand die verloskunde beoefent is ofwel een verloskundige, een vroedkundige, een vroedmeester of een vroedvrouw.
Verloskunde, of obstetrie, is de verzamelnaam voor alle kennis rondom de zwangerschap, de bevalling en het kraambed.
In Nederland worden zo'n 170.000 kinderen per jaar geboren, waarvan bijna 20% thuis. Maar uit een onderzoek uit 2010 bleek dat het hoge aantal babysterftes aldaar te wijten waren aan de thuisbevallingen en vroedvrouwen. Een Amerikaanse studie bevestigde dat de kans op neonatale sterfte bij een geplande thuisgeboorte (0,2 procent) wel degelijk hoger was dan bij een geplande geboorte in het ziekenhuis (0,09 procent).
In België daarentegen bevalt 99,3% vrouwen in het ziekenhuis. Slechts 0,7%, een heel kleine minderheid dus, kiest voor een thuisbevalling. Alhoewel zowel voor de patiënte als voor de ziekteverzekering thuis bevallen nochtans de goedkopere optie is, voelt de overgrote meerderheid van de Belgische toekomstige moeders zich dus echter alleen in een ziekenhuisomgeving helemaal gerust.
Tot de eerste lijn van betrokkenen in de keten van verloskundige zorg voor thuisbevalling, of bevalling in het ziekenhuis, behoren de verloskundige of de huisarts.
In Nederland spreekt men over een verloskundige, in Vlaanderen echter spreekt men van een vroedvrouw. Zelfs indien mannen die rol op zich nemen, worden ze geen vroedmannen genoemd, maar wel vroedvrouwen.
Op de tweede en derde lijnen treffen we arts-assistenten aan, zijnde: gynaecologen in opleiding, basisartsen die niet in opleiding zijn, en tweedelijns verloskundigen; dit, onder supervisie van een gynaecoloog.
Eerstelijns verloskundigen begeleiden gezonde vrouwen zonder relevante medische voorgeschiedenis, bij wie zwangerschap en bevalling zonder problemen verlopen.
Om goede perinatale zorg te kunnen leveren is het logisch dat er een goede, professionele samenwerking bestaat en dat er eveneens overleg nodig is tussen de verschillende disciplines als tussen de eerste en de tweede/derde-lijns zorg.
In geval van complicaties tijdens de zwangerschap verwijst de verloskundige/vroedvrouw naar de gynaecoloog. Redenen daarvoor zijn, bijvoorbeeld: een hoge bloeddruk, zwangerschapsvergiftiging, diabetes, en een eerdere keizersnede.
Indien er complicaties tijdens de bevalling optreden, zoals bijvoorbeeld: langer dan 24 uur gebroken vliezen, pijnstillingswens, vruchtwater met meconium, niet vorderen van de ontsluiting of uitdrijving, en te veel bloedverlies, wordt er eveneens een gynaecoloog bijgehaald.
In Nederland wordt men tot verloskundige opgeleid op hbo-niveau. Deze vierjarige hbo-opleiding Verloskunde bestaat alleen in voltijd aan vier opleidingsinstituten, met vestigingsplaatsen in Amsterdam, Groningen, Maastricht en Rotterdam.
In Vlaanderen wordt men 'Bachelor in de vroedkunde' aan een 12-tal hogescholen. Deze driejarige Bachelor heeft enkele gemeenschappelijke vakken met de opleiding verpleegkunde, zodat verpleegkundigen met een 'bachelor na bachelor' ook vroedvrouw kunnen worden.
Tot aan de onderwijshervorming in het Vlaamse hoger onderwijs van 1995 was vroedkunde trouwens een afstudeerrichting binnen de verpleegkunde-opleiding. In Vlaanderen studeer je echter af als vroedvrouw.
Organisaties gespecialiseerd in obstetrie
- Vind nog meer organisaties gespecialiseerd in obstetrie op Zoek&Vind.
- Jouw organisatie er nog niet tussen? Voeg ze toe op Zoek&Vind!
|