Mogelijk ook bekend als iridologie of irisdiagnostiek.
De Hongaarse homeopaat Ignatz von Péczely (1826-1911) luidde de moderne iriscopie in. Deze hulpdiagnose wordt ook irisdiagnostiek, iridologie - of, gewoonweg oogdiagnose genoemd. Iriscopie is het herkennen van huidige en vroegere aandoeningen door middel van veranderingen in het regenboogvlies, de iris, van het oog. Het de gekleurde ring rondom de pupil van het oog. Vlekken, stipjes, verkleuringen, witte of zwarte lijntjes: naar het schijnt, kan het allemaal op problemen of verstoringen in je lichaam wijzen. Zelfs erfelijke ziekten en emotionele en gezondheidsproblemen zouden van onze ogen af te lezen zijn.
Iriscopisten gaan ervan uit dat elk orgaan in het lichaam gekoppeld is aan een specifieke plek in de iris. Er zijn aparte kaarten voor het linker- en rechteroog. Zo correspondeert het linkeroog met de linkerkant van het lichaam en zegt iets meer over ons verleden. Het rechteroog correspondeert dan weer met de rechterkant en verwijst naar de toekomst.
Iriscopisten werken met een referentiekaart waarin de projectie van alle lichaamsdelen op de iris staat aangegeven. De iris wordt onderverdeeld in verschillende ringen en sectoren. Over het algemeen situeren de bovenste organen en lichaamsdelen zich boven in de irissectoren, en de onderste onderin.
De lichaamssystemen, zoals spijsvertering en bloedsomloop, zenuwstelsel, lymfe, klieren en organen, spieren skelet en huid, zijn in zes ringen rondom de pupil gerangschikt.
Iridologen onderzoeken de iris met een iriscoop. Dit is een sterke lichtbron in de vorm van een lampje met vergrootglas. Tegenwoordig maakt men steeds meer gebruik van aan camera's verbonden microscopen die op hun beurt aangesloten zijn op speciale videorecorders.
Uit recent onderzoek blijkt bovendien dat kenmerken van de iris wel degelijk samenhangen met persoonlijkheidskenmerken. M. Larsson et al. ontwikkelden enkele hypothesen over mogelijke verbanden tussen iriskenmerken en persoonlijkheid. Hiertoe werden systematisch uitwendige kenmerken van cellagen in de iris gekwantificeerd: het aantal pigmentvlekken, het aantal crypten van Fuchs, het aantal contractiegroeven en de dichtheid daarvan. De resultaten van Larsson et al. laten zien dat de crypten van Fuchs en de contractiegroeven statistisch significant samenhangen met enkele persoonlijkheidstypen. Pigmentvlekken doen dat niet.
Personen met vele dicht gegroepeerde crypten in de iris zijn extraverter en prettiger in de omgang en zij staan meer open voor experimenten dan personen met minder crypten. De hoeveelheid contractiegroeven en de dichtheid ervan bleken vooral verband te houden met neurotische kenmerken. Naarmate de deelnemers minder contractiegroeven hadden, hadden zij minder controle over verlangens en driften en waren zij minder consciëntieus.
Bij iriscopie ligt het accent vooral op preventie: met iriscopie kan men al in een heel vroeg stadium een lichamelijke diagnose stellen en zodoende heel wat leed voorkomen.
Organisaties gespecialiseerd in iriscopie
- Vind nog meer organisaties gespecialiseerd in iriscopie op Zoek&Vind.
- Jouw organisatie er nog niet tussen? Voeg ze toe op Zoek&Vind!
|