Immunotherapie wordt ook desensibilisatie of hyposensibilisatie genoemd. Het is een geneeskundige therapie gericht op het afweersysteem. Soms is het wenselijk dat de afweer gestimuleerd wordt om ziekte op te lossen, soms juist dat het afweersysteem geremd wordt, of op verscheidene manieren wordt gemanipuleerd.
Immunotherapie is, bijvoorbeeld, een behandelingsvorm voor patiënten met neus- en oogsymptomen, die veroorzaakt worden door graspollen, boompollen - beiden beter gekend onder de naam hooikoorts - of huisstofmijt.
Er worden injecties toegediend in de arm. Deze injecties worden 16 maal (4 maanden) wekelijks toegediend, waarbij de dosis van het toegediend allergeen wekelijks wordt verhoogd. Dit noemt men de instelfase. Hierdoor kan de patiënt na 16 weken een grote hoeveelheid van het allergeen verdragen. Na de instelfase worden de injecties maandelijks gegeven en dit gedurende 3 jaar. Dit is dan de onderhoudsfase. In samenspraak met de huisarts kan gekozen worden om het grootste deel van de injecties (4 op 5) tijdens de onderhoudsfase bij de huistarts te laten doorgaan.
Ook bij wespenallergie wordt immunotherapie toegepast, ook een behandeling waarbij mensen meerdere injecties met wespengif krijgen.
In geval van kankerimmunotherapie is het de bedoeling dat het afweersysteem geactiveerd wordt om tumoren op te ruimen. Kankerimmunotherapie is met name goed voor het afstoten van de uitzaaiingen van kanker. Strikt genomen valt ook vaccinatie onder de definitie immunotherapie, maar dat wordt meestal niet zo beschreven.
Bij een orgaantransplantatie wil men afstotingsreacties juist remmen, zodat het vreemde orgaan behouden blijft. Ook bij auto-immuunziekten wil men afweerreacties afremmen.
- Zo wordt er, bijvoorbeeld, gebruik gemaakt van Monoclonale antilichamen. Dit zijn kunstmatig, 'op maat' gemaakte eiwitten. Zij kunnen specifieke eiwitten herkennen die zich op kankercellen bevinden. De antilichamen binden aan deze 'kankereiwitten' waardoor ze herkenbaar worden voor het afweersysteem. Vervolgens kunnen afweercellen weer aan de antilichamen op de kankercellen binden, waarna deze de kankercellen kunnen vernietigen.
Een andere werking van antilichamen kan gericht zijn op de blokkade van de groei-impuls van kankercellen.
- Cytokinen - interferon, interleukine-2 en groeifactoren - zijn dan weer eiwitten die zorgen voor natuurlijke afweer. Cytokinen worden door het lichaam zelf geproduceerd, maar kunnen synthetisch nagemaakt worden en bij de patiënt ingespoten worden. Het effect van cytokinen is aspecifiek, dat wil zeggen dat ze het afweersysteem in zijn geheel versterken, en mogelijk ook afweer tegen kanker.
- Vaccins zijn erop gericht om tegen het vaccin een afweerreactie op te bouwen, die tevens de kanker bestrijdt. Wordt alleen nog toegepast binnen onderzoeksverband.
- Bij gentherapie worden de afweercellen van de patiënt genetisch gemanipuleerd om ze effectiever de kanker te laten bestrijden. Wordt alleen nog toegepast binnen onderzoeksverband.
Op de vraag 'Kan immunotherapie genezen zonder andere behandeling?' is het antwoord: In een klein aantal gevallen (5%) kan behandeling met hoge dosis interleukine-2 niercelkanker tot genezing leiden.
Echter, meestal wordt immunotherapie ingezet ter versterking van chemotherapie. Bij chemotherapie sterven tumorcellen af, waarbij veel eiwitten vrijkomen. Deze worden herkend door het afweersysteem, dat door de immunotherapie versterkt is en een krachtiger afweerreactie kan geven.
Verder wordt immunotherapie ingezet als palliatieve behandeling met als doel de tumor terug te dringen, klachten te verminderen en/of de levensduur te verlengen.
Organisaties gespecialiseerd in immunotherapie
- Vind nog meer organisaties gespecialiseerd in immunotherapie op Zoek&Vind.
- Jouw organisatie er nog niet tussen? Voeg ze toe op Zoek&Vind!
Blogposts over immunotherapie
|