Bij elektro-acupunctuur wordt een speciaal apparaat gebruikt dat de lichaamsfuncties van de cliënt meet. Eén van die apparaten werd ontwikkeld door de Duitse arts Reinhold Voll (1909-1989). Hier spreekt men dan ook wel van elektro-acupunctuur volgens Voll (EAV).
Met het apparaat worden acupunctuurpunten, voornamelijk aan de handen en voeten, gemeten. Dit gebeurt door middel van een laag voltage gelijkstroom, waarbij er een zwakke elektrische stroom door de naalden loopt. De cliënt voelt hier niets van. Aan de hand van de meetuitslagen wordt dan een behandeling bepaald.
Alle acupunctuurpunten blijken bij elektrische meting met een speciaal apparaat een gelijke energetische waarde te hebben, mits de ermee corresponderende organen gezond zijn. Indien de gemeten energetische waarde boven of onder deze constante en gelijke waarde ligt, duidt dit op ziekte in het corresponderende orgaan.
Het is wenselijk, dat men op de dag van het onderzoek geen huidverzorgende middelen bezigt. Ook dient men zich te ontdoen van sieraden, want die kunnen storend werken. Vitaminen, mineralen of andere middelen worden liefst niet ingenomen: daarna wel, natuurlijk.
Houd er evenwel rekening mee dat er ondertussen tientallen verschillende elektro-acupunctuur apparaten bestaan, die dan ook over verschillende eigenschappen en gebruiksaanwijzigingen beschikken. Sommige onder hen leveren stroom doorheen de naalden, andere doen niets anders dan meten, en een derde categorie doet beide.