ProfielWie ben ikMijn interessesMijn poëzieBerichtenVriendenBeheer

Keith Jarrett: de man met vlugge vingers en veel te lange tenen

Keith Jarrett kan wel goed pianospelen, maar soms komt hij wel onsympathiek over.
door Tsenne Kikke - dinsdag 17 november 2015 15:12

Ikzelf vind 'The Köln Concert', de dubbele live-elpee uit 1975 die veertig jaar na de release nog steeds tot de best verkochte en meest populaire jazzalbums ooit behoort, het beste wat Keith Jarrett ooit heeft gecreëerd. Naar het schijnt werd hij op dat moment, niet enkel en alleen door het aanwezige publiek geïnspireerd, maar ook door God, zei hij achteraf.

Indien je het nog nooit hebt aanhoord, is nu misschien het goede moment ... Het is gewoonweg subliem. Pianomuziek van de bovenste plank. In het begin is het nog een klein beetje zoeken, met het risico om het aanknopingspunt nooit te vinden, maar vanaf de vijfde minuut is Keith niet meer te houden. Je mag van mij alles wat daarvoor komt gerust overslaan. Ook vanaf de 23ste minuut tot aan de 28ste kan je machtige pianotonen aanhoren.

'The Köln Concert' vond ik steengoed. Daarna kwam er van hem niets meer om van de daken te roepen. Ik heb het over zijn eigen creaties -  want, zijn 'Sacred Hymns', waarin hij de muziek van Georges Ivanovitch Gurdjieff naspeelt, is eveneens een aanrader.

Maar, ik hou zo niet van experimentele jazz in het algemeen, veel te 'koud' vind ik, noch van Keith Jarrett's 'geïspireerde' gospel, ballades en blues. Maar anderen, zoals je hieronder kunt lezen, houden er een andere mening op na, gewoonweg omdat smaken nu eenmaal sterk van elkaar verschillen.

Wat hieronder volgt is een verslag van Karel Van Keymeulen en Jonas Boel

Zijn komst op zich is een evenement: pianist Keith Jarrett, dit jaar zeventig geworden, en een levende jazzlegende. Het Brusselse festival Hello Jazz! wist hem te strikken voor één van zijn zeldzame soloperformances, op 13 november in een uitverkochte Henri Le Boeufzaal van de Bozar.

Het publiek van Keith Jarrett kent zijn eisen: niet kuchen, niet flitsen,... Omdat hij alles ter plekke improviseert, is pianist Keith Jarrett uiterst gevoelig voor gekuch, gehoest, camera’s en flitslichten en kan daardoor heel arrogant overkomen. En ja, toch gebeurde het opnieuw. Iemand waagde het om een foto te maken en Jarrett ontstak meteen in woede en spelde de gehele zaal de les. Jarrett: "Ik zweer het, ik geef de brui aan deze job als ik nog één keer, voor ik start, zoiets meemaak - het duurt geen 70 jaar om een andere taal te leren, je zou denken dat mensen op die tijd leren om niet op een knopje te duwen."

Drie jaar geleden speelde hij met zijn trio tijdens een Italiaans festival een half concert in het pikkedonker, uit protest tegen toeschouwers die foto's namen. Hij noemde ze 'assholes'. Regelmatig stormt hij van het podium wanneer in het publiek gehoest wordt. Soms ontsteekt hij in tirades tegen diezelfde hoesters. Het publiek in Bozar werd vooraf dan ook in drie talen aangemaand om telefoons uit te schakelen, geen foto's te maken, niet te hoesten. Tot tweemaal toe.

Zijn publiek kent dus zijn eisen. Jarrett begon met een 20 minuten lang, grillig stuk, dat hij zacht inzette en gaandeweg construeerde. Dat deed hij met een onvoorstelbare virtuositeit en verbeeldingskracht, al sloeg het niet meteen aan.

Het heeft iets bestiaals, de manier waarop Keith Jarrett in contact treedt met de vleugelpiano. Ineen gebogen, het hoofd tussen de schouders op een tiental centimeter van het klavier, licht naar rechts gedraaid. Terwijl zijn vingers als een vogelspin over de toetsen wriemelen, komt hij soms recht van z'n stoel, kont achteruit, stompend en kreunend. Soms klinkt het notoir geneurie van Jarrett - ook tijdens The Köln Concert-opnames is het duidelijk hoorbaar - bijna als briesen, zijn gezicht wringt zich dan in vreemde grimassen.

Jarrett is 70 geworden in mei. Zijn zwarte kleren leken wat te groot voor zijn pezige lijf, maar zijn pianospel is intact. Sinds zijn roemrijke Köln Concert uit 1975 heeft hij een torenhoge reputatie als solopianist opgebouwd. Zijn improvisaties waren vaak wonderen van concept en opbouw. Zijn soloconcerten zijn expedities van het intense soort.

De jongste tijd lijkt Jarrett wat weg te blijven van die marathonimprovisaties en kiest hij voor kortere stukken. Met een wondermooie intro volgde het tweede stuk, een klein introvert pareltje. Waarna hij twee soorten boogie woogie-achtige improvisaties creëerde, steunend op kleine ritmische variaties. Hij stond er zelfs bij recht en danste even mee met de groove. Zijn lichaamstaal is berucht. Maar ook hierin is hij veranderd. Het extatische gekronkel bleef meestal achterwege, net zoals het luide orgastische zuchten. Het applaus was nu krachtig en hij knikte goedkeurend.

Na nog een paar minuten vingervlugheid is het tijd voor pauze, twintig minuten.

In deel twee koos hij voor een meer intimistisch palet. Na alweer een heel vrij klinkend stuk volgden enkele wondermooie ballads. Het leek wel of Jarrett de standards ter plekke uit zijn mouw schudt. Die mooie lange en vloeiende lijnen en zijn immense beheersing vielen op. Hij speelde stukken met een delicate ontwikkeling. Het was hartstochtelijke romantiek. Jarrett plukt met meesterschap zowel kleuren uit klassiek, jazz, folk, blues en country. Er zit nu frivoliteit in Jarretts spel, een vleugje romantiek zelfs. Ik ken jazzliefhebbers die hier het etiket 'melig' op zouden plakken. Stroop voor de één, zalf voor de ander. De ingetogen, haast traditionele passages oogsten in elk geval het luidste applaus. Even waagde hij zich weer aan een ritmisch stuk met een gospelkleur, om het abrupt af breken. "Ik improviseer, ik kan stoppen wanneer ik wil," zei hij grappend. "Thuis doe ik dat ook, alleen, met een publiek is dat niet zo gemakkelijk." Een lachsalvo uit de zaal.

"Dissonantie blijft niet lang hangen, weet je. Ik ben nu dus aan het experimenten met iets. Jullie vinden het vast niet erg dat dit geen jazzconcert is." Het gelach klinkt ietsje groener.

Jonas Boel: "Meester of geen meester, de sfeer slaat om. Akkoord, de man heeft zijn pluimen meer dan verdiend, maar hij hoeft er nu ook niet té veel mee te koop te lopen. Bij mij is de betovering in elk geval verbroken. Experimenten doe je maar in je vrije tijd, deze mensen zijn gekomen om een performance te zien."

'Is creativity without humility, by definition, flawed?', schreef een jazzcolumnist drie jaar geleden, naar aanleiding van Keith Jarretts kuren, waarin hij ook de vraag opwerpt of het wel verstandig is dat Jarrett nog optreedt. Het risico bestaat namelijk dat zijn muzikale herinnering ooit overschaduwd wordt door zijn arrogantie.

Jarrett wil een band opbouwen met zijn publiek, hij heeft nog altijd behoefte aan die chemie, zij het op zijn voorwaarden. Gedreven door een aanzwellende golf van applaus speelde hij nog twee encores. Een derde kwam er niet, want weer zag hij ergens een camera...

Genoeg om de volgende banvloek uit te spreken: "Zolang mensen niet naar andere mensen luisteren, zullen we in een steeds ergere en ergere hightechwereld leven," beet hij de hele zaal toe, en dan marcheerde Keith Jarrett met de kin omhoog het podium af. En weg was hij.

Jarrett zal niet meer veranderen. Zijn pianospel blijft precies en gloeiend, ook in minder uitdagende stukken. Zijn soms irritante podiumpersoonlijkheid moet je erbij nemen.

Commentaar


Wees de eerste om te reageren!

Reageer


Opgelet: momenteel ben je niet ingelogd. Om onder jouw eigen naam te posten kun je hier inloggen.

Mijn naam:
Mijn e-mail adres:
Mijn commentaar:
Verificatie:
Typ de code hierboven in:


School voor ontwikkeling van De Innerlijke Mens


Adverteer op Spiritualia
Adverteren
Zoek&Vind
Meer
Spiritualia
Contact
Copyright © 2008-2024 Spiritualia. Alle rechten voorbehouden. | Privacy Statement | Gedragscode | Algemene Voorwaarden | Auteursrecht