Charlie Chaplin in 'The Great Dictator' (1940)
Een barbier (Charlie Chaplin) raakt tijdens de eerste wereldoorlog gewond na een vliegtuigcrash en belandt in een ziekenhuis waar hij jaren verblijft vanwege geheugenverlies. Eenmaal teruggekeerd naar de stad, heropent hij zijn oude barbiershop, maar merkt al gauw dat zijn wijk in een getto veranderd is. Intussen regeert Adenoid Hynkel (Charlie Chaplin), dictator van Tomania, met ijzeren hand en wil de joden uitroeien.
Alles escaleert wanneer Hynkel per vergissing wordt aanzien als de joodse barbier en gearresteerd wordt. De barbier, op zijn beurt, krijgt tot zijn eigen grote verbazing de rol van dictator toebedeeld...
- Toen Chaplin bekendmaakte dat hij in een satirische aanklacht tegen het opkomende nazisme, Hitler en diens houding tegenover het Joodse volk op de korrel wou nemen, stootte hij aanvankelijk op enig verzet. Van Hollywood tot Engeland adviseerde men hem om van deze plannen af te zien. Wanneer president Roosevelt zelf het licht op groen zette, was elke vorm van tegenwind uit de weg geruimd. Chaplin financierde trouwens de hele film zelf. Hij wou hiermee een politiek statement maken. En dat was niet de eerste keer dat hij stelling nam. Enkele jaren voordien stelde hij al de wankele economische toestand aan de kaak in Modern Times.
- Het toeval wil dat Chaplin en Hitler geboren zijn in dezelfde week van hetzelfde jaar. Hitler op 20 april 1889 en Chaplin vier dagen eerder op 16 april 1889! Beiden hadden een heel uiteenlopende levenswandel. Om Hitler te imiteren, bestudeerde Chaplin ettelijke newsreels met toespraken van de dictator. Ook de theatrale aanpak en de mimiek worden in The Great Dictator extra in de verf gezet. Op een briljante manier vertolkt Chaplin de rol van Hynkel. Tijdens de hevige toespraken brabbelt Chaplin een onverstaanbaar Duits taaltje en gesticuleert hij er op los. De gelijkenissen tussen hem en Hitler zijn echt wel treffend. Daarnaast neemt hij de rol van de joodse barbier op zich en dat personage zorgt dan eerder voor de visuele humor, de slapstick zoals we die al eerder zagen in zijn vorige films.
- In Spanje was de film verboden. Pas nadat dictator Generaal Franco stierf in 1975 mocht de film in de zalen voor het eerst worden vertoond. In West-Duitsland viel de première van de film op 26 augustus 1958 en Japan volgde nog later op 16 oktober 1960.
- Veel later na het einde de oorlog bekende Charlie Chaplin dat, als hij had geweten welke gruwelijke feiten zich hadden afgespeeld in de concentratiekampen (in 1940 was dat nog niet bekend), hij nooit deze film zou gemaakt hebben.
De eindspeech – nadat de kapper voor Hynkel wordt aangezien – is nog altijd indrukwekkend. Charlie Chaplin werd bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog gevraagd deze speech nogmaals op BBC-radio te houden, om het volk moed in te spreken. Hieronder volgt de tekst, die hij als de barbier uitspreekt op het einde van 'The Great Dictator', en die zijn persoonlijke visie weergeeft op de gebeurtenissen in 1939.
- Enerzijds verwijst hij naar vrede, en anderzijds roept hij iedereen op om te gaan vechten. Het klinkt ambivalent - maar, indien je ietwat bewust bent van het bewustzijnsniveau van zowel de mensheid uit die tijd, als die van vandaag, besef je dat het niet anders kan.
Analyseer, bijvoorbeeld, jouw eigen leefomgeving. Hoeveel mensen ken je die in vrede leven met zichzelf, met hun eigen familieleden, met hun werkmakkers, met de bewoners in hun eigen straat, gemeente, stad, of land?
The Great Dictator (1940) - The Barber's speech: Closing speech of the Jewish barber, after being mistaken for Hynkel.
Hynkel: I'm sorry, but I don't want to be an Emperor - that's not my business. I don't want to rule or conquer anyone. I should like to help everyone, if possible -- Jew, gentile, black man, white. We all want to help one another; human beings are like that. We want to live by each other's happiness, not by each other's misery. We don't want to hate and despise one another. In this world there's room for everyone and the good earth is rich and can provide for everyone.
The way of life can be free and beautiful.
But we have lost the way.
Greed has poisoned men's souls, has barricaded the world with hate, has goose-stepped us into misery and bloodshed. We have developed speed but we have shut ourselves in. Machinery that gives abundance has left us in want. Our knowledge has made us cynical, our cleverness hard and unkind. We think too much and feel too little. More than machinery, we need humanity. More than cleverness, we need kindness and gentleness. Without these qualities, life will be violent and all will be lost.
The aeroplane and the radio have brought us closer together. The very nature of these inventions cries out for the goodness in men, cries out for universal brotherhood for the unity of us all. Even now my voice is reaching millions throughout the world, millions of despairing men, women, and little children, victims of a system that makes men torture and imprison innocent people.
To those who can hear me I say, "Do not despair." The misery that is now upon us is but the passing of greed, the bitterness of men who fear the way of human progress. The hate of men will pass and dictators die; and the power they took from the people will return to the people and so long as men die, liberty will never perish.
Soldiers ..., don't give yourselves to brutes, men who despise you, enslave you, who regiment your lives, tell you what to do, what to think and what to feel; who drill you, diet you, treat you like cattle, use you as cannon fodder. Don't give yourselves to these unnatural men, machine men, with machine minds and machine hearts! You are not machines! You are not cattle! You are men! You have the love of humanity in your hearts. You don't hate; only the unloved hate, the unloved and the unnatural.
Soldiers..., don't fight for slavery! Fight for liberty! In the seventeenth chapter of Saint Luke it is written, "the kingdom of God is within man" -- not one man, nor a group of men, but in all men, in you, you the people have the power, the power to create machines, the power to create happiness. You the people have the power to make this life free and beautiful, to make this life a wonderful adventure.
Then, in the name of democracy, let us use that power! Let us all unite!! Let us fight for a new world, a decent world that will give men a chance to work, that will give you the future and old age a security. By the promise of these things, brutes have risen to power, but they lie! They do not fulfill their promise; they never will. Dictators free themselves, but they enslave the people!! Now, let us fight to fulfill that promise!! Let us fight to free the world, to do away with national barriers, to do away with greed, with hate and intolerance. Let us fight for a world of reason, a world where science and progress will lead to all men's happiness.
Soldiers..., in the name of democracy, let us all unite!!!
Hannah, can you hear me? Wherever you are, look up, Hannah. The clouds are lifting. The sun is breaking through. We are coming out of the darkness into the light. We are coming into a new world, a kindlier world, where men will rise above their hate, their greed and brutality.