Eén van de diepste gaten, dat ooit in onze Aarde werd geboord, is van Russische makelij. In 1970 begon men eraan op het Kola-schiereiland, door een aantal gaten te boren vanuit één centraal punt. In 1995 werd ermee gestopt en het diepste gat werd met een deksel, met een diameter van amper 23 cm, gedicht. Tot op de dag van vandaag is 'SG-3', met een diepte van 12.262 meter, nog altijd het derde diepste gat dat ooit in de aardkorst werd geboord, maar 12 km is nog altijd geen 6.370 km, zijnde: het middelpunt van onze Aarde. Aanvankelijk bestond het plan er uit om tot een diepte van 15.000 meter te boren, om daarna te zien hoever men stond - en, hoeveel dieper men daarna nog zou kunnen gaan.
Tussen haakjes... In 2008 bereikte een olieboring in Qatar een diepte van 12.289 meter, en in 2011 werd op het Russische eiland Sakjalin een gat van 12.345 meter diep geboord.
Op het Kola-schiereiland stopte men dus op iets van een 12 km diep, grotendeels omdat de temperatuur van 180° Celsius veel hoger was dan de verwachte 100° C. Indien men dieper zou hebben geboord dan zou de temperatuur waarschijnlijk tot 300° C hebben opgelopen: een veel té hoge temperatuur voor de peperdure boorkop. En, indien je weet dat men veronderstelt dat de temperatuur in de binnenkern van de Aarde rond de 6.000° C ligt, besef je ook waarom het bijna onmogelijk is om die kern zomaar te onderzoeken. Anders gezegd: niemand weet het, en al hetgeen je erover leest is slechts speculatief.
Bij het boren was de belangrijkste Russische innovatie dat, in plaats van de boorkop te laten draaien door de boorstang te roteren, de boorkop werd aangedreven door de stroming van de boorvloeistof. Hierdoor hoefde de 12 kilometer lange boorstang niet mee te draaien.
Vooraleer het gat bestond, moesten geologen zich behelpen met seismische golven om veronderstellingen te doen over de samenstelling van de aardkorst; een methode, die niet doeltreffend bleek.
Wetenschappers hadden, bijvoorbeeld, nooit kunnen vermoeden dat zich op een diepte van drie tot zes kilometer onder het oppervlak water bevond; water dat in een zeer grote granietblok was opgesloten, bijvoorbeeld. Hoe dat water daarin verzeild geraakte en opgeslagen bleef, wordt nu nog altijd onderzocht. In elk geval kon het, wegens de harde korst van die rotsblok er niet uit ontsnappen. Verondersteld wordt dat het bestaat uit waterstof- en zuurstofatomen, die uit het gesteente geperst zijn door de enorme druk. Mensen, die er de Bijbel bij betrekken, zijn de mening toegedaan dat al dat water restanten zijn van de Zondvloed.
Een andere eigenaardige bevinding was dat de modder, die naar boven werd gehaald, 'kookte van waterstof', en toegeschreven werd aan waterstofgas.
De boeiendste ontdekking van het project waren de microscopisch kleine planktonfossielen van meer dan twee miljard jaar oud op een diepte van 6,5 kilometer. 24 prehistorische soorten waren ingekapseld in organische verbindingen, die op één of andere manier de extreme druk en temperatuur konden overleven.
In ieder geval is de mens in staat om de ruimte te verkennen, maar weet hij nog altijd niet al teveel af over het binnenste van de Aarde.