ProfielWie ben ikMijn interessesMijn poëzieBerichtenVriendenBeheer

Nieuwe wapenspreuk van België: "Eendracht maakt macht - Verdeeldheid ontkracht!" ?

In België hangt de verdeeldheid in de lucht...
door Tsenne Kikke - donderdag 7 februari 2013 18:19

"Eendracht maakt macht" is - of was - de nationale wapenspreuk van België en wordt langzaamaan vervangen door: "Eendracht maakt macht - Verdeeldheid ontkracht".

In België was het Vlaams Belang voor velen niet kiesbaar en de NVA is de partij die het roer van dat schip heeft overgenomen en er alles aan doet om BelgIë te verscheuren in een Vlaanderen en in een Wallonië, met in het midden: Brussel, gelegen op een grote berg.

Het is alsof er een nieuwe Slag bij Waterloo in de lucht hangt. Napoleon Bonaparte werd in Waterloo op 18 juni 1815 definitief verslagen - en, 18 juni 2015 is misschien een datum om naar uit te kijken... In 2014 komen er meer van aan de weet, gegarandeerd!

Mijn uitgangspunt is, dat verscheurdheid kloven creëert; die daarna moeilijk te helen zijn. Kloven scheidt mensen, in plaats dat ze tot elkaar worden gebracht, worden ver-1-igd. Hetzelfde fenomeen herkent men in godsdiensten, bijvoorbeeld.

In wezen ben ik in de Belgische politiek niet al te erg geïnteresseerd. Toch niet zoals het er momenteel landelijk aan toegaat. Weinig politici hebben noch het charisma, noch het redelijke verstand, en beschikken niet over de nodige opleidingen, ervaringen, enzovoorts - nodig, om een land te besturen. En, over het bewustzijnsniveau van de Belgische bevolking zal ik best maar niets schrijven. Anderzijds moeten we er wél mee rekening houden - want, het zijn mensen die op mensen stemmen en hen alle macht geven...

Bovendien wordt het 'democratisch' België hoe langer hoe meer ondemocratischer: een land waar dit niet mag, dat niet mag, en zo meer. Zelfs tegen 'vrienden' moet je tegenwoordig oppassen wat je zegt, of schrijft. Praat, of schrijf, tegen hun mond en hun ware geaardheid komt boven, met de kans dat ze je ontvrienden. :-) Zo heb ik massa's 'vrienden' verloren, met als gevolg dat ik nu veel meer tijd over heb voor mezelf.

Ik vind  - het is maar een idee - dat dorpen, steden en landen door de juiste mensen moeten worden geregeerd. Maar elke cafébaas, zanger, acteur, BV, dames met grote boezems, en wie of wat dan ook, kan in dit land aan politiek doen. Alles draait omheen stemmen winnen: door reclame te maken, affiches uit te hangen, pamfletten uit te delen - en, daarna: de postjes.

Zet, bijvoorbeeld, mensen aan de top, die in staat zijn een firma, waarin duizenden mensen werken, op een succesvolle manier te leiden. Iemand die zo'n firma kan besturen, kan misschien een land mee helpen regeren, denk ik.

Hoe gek kan het er in ons klein landje aan toegaan?... Vandaag las ik op de website van Knack.be de volgende tekst...

SS-VA carnavalsthema: 'Lach ermee en word wakker'

In Aalst nemen ze geen blad voor de mond, en de Aalsterse carnavalsverenigingen al zeker niet. “Soms moeten we dan maar eens choqueren”. Aan het woord is Michel Keymeulen, de man die het idee lanceerde om met carnaval de N-VA te parodiëren als de SS.

Een storm van reacties kreeg de Aalsterse carnavalsvereniging Eftepie over zich heen nadat hun ophefmakende thema, een SS-parodie op de N-VA, bekend raakte. Bezieler van het thema, Michel Keymeulen, heeft nog geen seconde spijt van het gedurfde onderwerp.

“Eerlijk? Die hele hetze die we kregen nadat onze carnavalsact de media haalde, had ik niet verwacht. Maar ik ben oprecht blij met de reacties en de weerklank die we krijgen. We wilden wel gehoord worden, en daar moesten we dan maar voor choqueren.”

Keymeulen wilde geen lege karikatuur van de N-VA maken voor carnaval. “We willen vooral het politiek immobilisme aankaarten. Alles zit hier vast. We hebben vier regeringen, gewesten, gemeenschappen, en die lijken elkaar alleen maar tegen te werken en ruzie te maken. En zo gaat er niets vooruit. En vooral daar willen we iets tegen doen. Er zijn echt grote problemen in ons land, de vergrijzing, de werkloosheid, de schandalig hoge immoprijzen, en niemand doet er wat aan, omdat het onderling gekissebis maar niet ophoudt. Bovendien kijkt niemand naar die problemen. Als je net na je verkiezing als burgemeester al bekend maakt een schepen van Vlaamse Zaken te willen aanstellen, dan vraag ik me af waar we mee bezig zijn. Er zijn toch dringender zaken dan dat.”

"Ons land moet gered worden"
 
Volgens Keymeulen speelt de N-VA hier op in, en werden zij daarom uitverkozen als carnavalsthema. “Toen ik Bart De Wever op de avond van 14 oktober naar het Antwerpse stadhuis zag lopen, een ware triomftoch, begon ik aan dit thema te denken. Ook zij denken aan hun eigenbelang en spelen de verschillen tussen mensen uit. Zo hopen ze meer postjes te pakken. We hebben vooral een politieke partij nodig die opkomt voor het algemeen belang, niet voor het belang van een kleine groep of voor eigenlijk niemands belang. Ons land moet gered worden. Daarom wil ik niet dat mensen boos worden. Lach ermee en word wakker. Doe iets aan dat politiek immobilisme.”

Uit hoge N-VA-echelons heeft Keymeulen geen reacties gekregen. “Burgemeester D’Haese (N-VA, nvdr.) was niet echt enthousiast, maar een Aalsterse burgemeester moet er maar tegen kunnen. En hij kan er best wel tegen. Bart De Wever zei in de media dat dit nu maar eenmaal bij carnaval hoort, en we maar moeten doen. Slim bekeken van hem. Want zoals we in Aalst zeggen: hoe meer je in een stront blijft roeren, hoe harder hij gaat stinken.”

De leden van de carnavalsvereniging waren niet moeilijk te overtuigen van Keymeulens idee. “Ik heb echt niet moeten aandringen. Iedereen wilde er meteen instappen. Sommigen hadden vooral schrik voor foute interpretaties, schrik dat mensen iets anders zouden denken dan wat we bedoelen. Maar er moet maar niet zoveel heisa over gemaakt worden, iedereen moet verdraagzaam zijn, ook tegenover choquerende thema’s."

En, ook Bart De Wever houdt van grappen maken...

Tot besluit: een gesprek, met klasse, tussen twee mensen die elkaar graag mogen: Etienne Vermeersch en Bart De Wever... Anders gezegd: een beetje 'niveau' mag ook wel eens. Geniet ervan!

Voor de eclecticus: Een typisch gesprek tussen twee 'filosofen' - boezemvrienden, misschien? - die zichzelf degelijk hadden voorbereid; gewone stervelingen, die met 'geleende, encyclopedische' kennis, met andermans wijsheden rondlopen, en in staat zijn uit te rekenen hoeveel engelen er op de punt van een naald kunnen staan. Geen zijnsmensen, maar weetjesmensen. De ene noemt zich wel degelijk een 'filosoof'; de andere: 'politicus' . Met alle respect voor een Bart de Wever en zijn 'trouwe' onderdanen en volgelingen, maar je weet wat een Gurdjieff over politici te vertellen heeft ...

Commentaar


Gepost op: 8/02/2013 23:20:49

Het debat tussen De Wever en Vermeersch zou, naar aanleiding van De Wever zijn uitspraak in verband met de gepaste kledij voor homo’s in openbare functies, gaan over de ‘Verlichting’ - ook wel de ‘Eeuw van de rede’ genoemd.   

Aan dit debat gaat een ander You Tube filmpje vooraf, afkomstig uit ‘De Kruitfabriek’ op VT4. We zien hoe Rik Torfs, hoogleraar en kerkjurist, er niet in slaagt om echt te luisteren naar wat De Wever zegt over het waarom dat hij een journalist van de Knak had geweigerd een interview toe te staan. Sinds hij in 2010 voor een politieke carrière heeft gekozen bij de CD&V merk je hoe dat een mens verandert. Naar een politieke tegenstander luister je niet, maar je tracht hem te pakken op een woord of zin om zelf te kunnen scoren. Je werkt niet samen, zoals verschillende organen een verschillende functies hebben maar elkaar toch aanvullen in functie van het gehele lichaam, maar je tracht jou orgaan te laten scoren ten nadele van het andere. Die weg bewandelen politiekers alleszins in de media.

Etienne Vermeersch, emeriticus hoogleraar en bekend als moraalfilosoof, geeft De Wever gelijk met zijn standpunt over de kledingsgedragscode en geeft dan een opmerkelijk voorbeeld om dit te staven: “Als er een moslima met een hoofddoek aan een openbaar loket zou zitten, een hoofddoek dat zij draagt omdat haar geloof in Allah dat voorschrijft in de Koran, dan moet ik denken: die vind mij afschuwelijk.” Dit zegt meer over hoe Vermeersch denkt over zijn eigen voorstelling dan over het punt waar het werkelijk om gaat. Ik kan mij moeilijk voorstellen dat een homo met een regenboogshirt  aan en die achter een openbaar loket zit, door zijn regenboogtrui tegen de heteroseksuelen wil zeggen dat zij afschuwelijk zijn. Zoals nog zal blijken, gedraagt Vermeersch zich teveel als een schoolmeester (beroepsmisvorming?) die zijn eigen ding wil doen, zelf wil scoren, zichzelf verkopen in plaats van te luisteren naar de geest van het gesprek in plaats van naar de letter.     

Dan ontstaat er onenigheid over het gegeven of Rousseau nu wel of niet verantwoordelijk is voor het ontsporen van vrijheid waar de verlichting had moeten toe leiden. (Persoonlijk noot: Rousseau stelde dat de vooruitgang van kunst, letteren en wetenschap ernstige vijanden van de moraal waren en door het kweken van behoeften tevens de bron van slavernij. Het enig boek dat genade vond bij hem was ‘Robinson Crusoë’, wat niet zo verwonderlijk was, want het adagium van Rousseau was: terug naar de natuur.) Vermeersch ziet in Rousseau niet de oorzaak van de ontsporing en De Wever wel. Vermeersch weidt de ontsporing van de verlichting aan de consumptiemaatschappij en daarmee geeft hij in wezen Rousseau dus gelijk en lijkt zichzelf dus tegen te spreken.

Dan springt Vermeersch op een stokpaartje dat hij hoe dan ook zal naar voren brengen, gepast of niet gepast. Dat er zonder God geen moraal kan zijn, vind hij onzin. Dan zegt De Wever op een gegeven moment dat men in de praktijk niemand met de verlichtingsfilosofie kan bekeren en geeft als voorbeeld iemand die in de trein zit en zijn voeten op tegenoverliggende bankstel heeft liggen. Hij stelt de vraag of je deze persoon van zijn verkeerd  gedrag kan overtuigen door te gaan praten over het categorische imperatief van E. Kant. (NB: Een categorisch imperatief moet je in de geest van Kant zien als een dwingende impuls van de rede of een onvoorwaardelijk moeten van het zedelijk bewustzijn.) ‘Deze persoon zal zich beroepen op zijn vrijheid en jou paternalistisch vinden’, besluit De Wever. Vermeersch legt hiervoor weer de schuld bij de consumptiemaatschappij. De Wever vraagt terecht of dat niet hetzelfde is als wat hij beweerd. Persoonlijk maak ik uit zijn opmerking op, dat hij wil zeggen dat de consumptiemaatschappij niet alleen de oorzaak is, maar ook als gevolg kan gezien worden. Ik vermoed dat wat De Wever wilde duidelijk maken was: “Actie en reactie vinden tegelijk plaats en kunnen dus niet los van elkaar beschouwd.”

Vermeersch wordt, door teveel op de letter in plaats van op de geest van het gesprek te letten (omdat hij zelf wil scoren en zich nog steeds als leraar opstelt gaat hij wat men noemt: ‘mierenneuken’), gepakt op zijn eigen terrein. Je kunt jezelf als kijker afvragen waarom in een debat op TV er moet gezwaaid worden met praktisch ongekende filosofische begrippen zoals ‘categorisch imperatief’. Het is alsof twee ‘intellectuele’ reuzen elkaar willen laten zien over hoeveel filosofische kennis zij wel niet beschikken, vergetende dat men de kijker niet met zulk oubollig niets zeggend kantiaans vakjargon om de oren moet slaan, maar gemakkelijk verstaanbare Nederlandse uitdrukkingen zou dienen te gebruiken. Ook dat is een functie van de ware rede.     

Als men over ‘De eeuw van verlichting’ spreekt, dan heeft men het in feite over het tijdperk waarin de rede op de voorgrond trad. In dit debat worden rede en moraal over dezelfde kam geschoren. Maar de ware rede is een functie van het geweten, en moraal en geweten zijn twee verschillende dingen. Het geweten spreekt als men via zijn emotiecentrum (solar plexus) in contact staat met het Hoger Emotie- en Hoger Denkcentrum. Moraal is aangeleerd gedrag. Het eerste is een toestand van ‘zijn’ en het tweede een toestand van de persoonlijkheid. En van dit laatste getuigden De Wever en Vermeersch.

Gurdjieff zou hier verwijzen naar het verschil tussen ‘weten’ en ‘zijn’. Als De Wever werkelijk met zijn rede in contact zou staan, dan zou hij nooit kunnen aandringen op een scheiding tussen Wallonië en Vlaanderen. Ook zou hij dan weten (of beter: Begrijpen) dat hij de media geen sensatiezucht moet verwijten, want dat diezelfde sensatiezucht hem welgevallig is als ze in zijn (electoraal) voordeel is. 

Ook zouden de politieke leiders (zoals Angelus terecht opmerkt) geen mensen mogen aantrekken als stemmenkanonnen door hun mediabekendheid en dus onafhankelijk van de bekwaamheid van die personen. Men zou begrijpen dat de media vandaag de dag een soort duivel is waaraan men zijn ziel (rede, geweten) heeft verkocht en waardoor men dus in feite geen recht meer heeft om over rede of verlichting te spreken omdat je ‘daden’ er niet mee in overeenstemming zijn, behalve in je verbeelding natuurlijk. Ook Vermeersch zit niet in zijn rede, maar in zijn formatorisch denken, anders zou hij niet zo dikwijls bepaalde uitspraken van De Wever hebben willen verbeteren, maar bij de hoofdzaak zijn gebleven.    

De rede en het geweten verenigen, maar weten alleen scheid. Weten alleen zal ervoor zorgen dat men zich niet meer bewust is van de werkelijk staat van zijn ‘zijn’. Maar als toevallige uiterlijke factoren je in een positie plaatsen dat je jou intellectuele bagage niet kunt gebruiken om uit de moeilijkheden te geraken, dan weet je hoe sterk jou ‘zijn’ werkelijk is en zul je mededogen voelen voor de anderen omdat we ieder op onze eigen specifieke wijze nog onvolwassen zijn in onze essentie maar ons volwassenheid verbeelden via onze persoonlijkheid. 

Dan worden De Wever en Vermeersch gevraagd om een toepasselijk Latijns gezegde met betrekking tot de andere naar voren brengen. Die van de Wever luidde: “Nemo mortalium omnibus horis sapit”. In het Nederlands: “Geen enkele sterveling is altijd wijs” … behalve Vermeersch.

Die van Vermeersch kon ik niet achterhalen, maar het kwam er volgens mij op neer dat hij vrij vertaald wilde zeggen: “Als het ergens brand, wacht dan niet met blussen.”

Weer een punt voor De Wever zou ik zeggen, voor wat dit werkelijk waard is.

Al met al schenen Vermeersch en De Wever elkaar wel te mogen en bleven we gespeend van oeverloze en vruchteloze twistgesprekken zoals dat gemakkelijk gebeurt in debatten waarin politiekers zijn betrokken. En er wordt nooit genoeg tijd voorzien om dergelijke debatten echt vruchtbaar te maken. Dit hebben we te danken aan het demagogisch kijkcijfer- of lezeraantal dat als een ware demon het medialandschap  beheerst.

Ondanks het vrij gemoedelijke debat moest ik toch meermaals denken aan de volgende woorden van Gurdjieff: “In werkelijkheid begrijpt niemand iemand anders. Twee mensen kunnen met diepe overtuiging hetzelfde zeggen maar verschillende woorden gebruiken en dan eindeloos met elkaar redeneren zonder te bevroeden dat zij precies hetzelfde bedoelen. Of omgekeerd kunnen twee mensen dezelfde woorden gebruiken en zich verbeelden dat zij het eens zijn en elkaar begrijpen, terwijl zij  het  in feite over geheel verschillende dingen hebben en volkomen langs elkaar heen praten.”

Omdat Latijnse spreuken door De Wever terug onder de aandacht komen, en om te laten zien hoe oorspronkelijke Latijnse gezegden nu een totaal ander leven kunnen leiden, noteer ik het volgende Latijnse spreekwoord: “Audio, video, disco.” In het Nederlands: “Ik hoor, ik zie, ik leer.” Als je dit vergelijkt met wat er nu wordt verstaan en toegepast onder de woorden ‘audio’, ‘video’ en ‘disco’, dan zie je hoever men verwijdert is geraakt van woorden die nog heel veel ‘zijn’ bevatten. 

Laat ik deze commentaar beëindigen met drie Latijnse citaten (speciaal opgezocht, want ik ken geen Latijn en omdat alle goede dingen uit drie bestaan) gevolgd door de Nederlandse vertaling en bedoeld voor Vermeersch en De Wever of al wie er oren naar heeft, inclusief mezelf.

 

1. “Concordia parvae res crescunt, discordia maximae dilabuntur.” “De kleinen groeien door

       eendracht, de grootsten gaan ten onder door tweedracht.”  

 

2. “Felix qui potuit rerum cognoscere causas.” “Gelukkig hij die de oorzaak van de dingen dezer

      wereld heeft kunnen inzien.”  

 

3. “Nosce te ipsum.” “Ken u zelf.”

Reageer


Opgelet: momenteel ben je niet ingelogd. Om onder jouw eigen naam te posten kun je hier inloggen.

Mijn naam:
Mijn e-mail adres:
Mijn commentaar:
Verificatie:
Typ de code hierboven in:


School voor ontwikkeling van De Innerlijke Mens


Adverteer op Spiritualia
Adverteren
Zoek&Vind
Meer
Spiritualia
Contact
Copyright © 2008-2024 Spiritualia. Alle rechten voorbehouden. | Privacy Statement | Gedragscode | Algemene Voorwaarden | Auteursrecht