ProfielWie ben ikMijn interessesMijn poëzieBerichtenVriendenBeheer

Filosofie wordt nu in universiteiten 'Wijsbegeerte' genoemd

De hedendaagse filosofie, of contemporaine filosofie, begon rond de jaren 1900.
door Tsenne Kikke - woensdag 29 augustus 2012 22:55

De filosofie, of wijsbegeerte, is de oudste theoretische discipline. Zij kwam voor het eerst op in de 6e eeuw v.Chr. en drukte het verlangen en het streven naar kennis en wijsheid uit.  

In het dagelijks spraakgebruik wordt de term 'filosofie' gebruikt om elke vorm van wijsheid of levensbeschouwing aan te duiden - zoals in "iemands filosofie" - of iemands uitgangspunten, zoals in: "het sluit niet aan op de filosofie achter dit plan". Dit verschilt van het begrip filosofie in een academische context, zoals het hier wordt gehanteerd. Wel is het een feit dat er evenveel filosofieën zijn als filosofen, en wereldwijd zijn het er duizenden.

In het Grieks is het woord 'philosophia' een samenstelling van de woorden voor 'liefde' en voor 'wijsheid'. Oorspronkelijk betekende filosofie dus eenvoudig: 'liefde voor wijsheid'. Het woord 'filosoof' verving aldus het woord 'sofist', dat gebruikt werd om 'wijze mannen', of leraars in de retorica aan te geven. Enkele van de vroege sofisten waren wat we nu filosofen zouden noemen. In de dialogen van Plato stelt Socrates vaak filosofen tegenover sofisten, die Socrates karakteriseert als oneerlijk en destructief, omdat ze hun onwetendheid camoufleren achter woordspelingen en vleierij, en anderen pogen te overtuigen van wat onwaar en zonder grond is. Aristoteles nam deze visie op de sofisten van Socrates en Plato over. 'Sofist' is hierdoor nog steeds een minachtende uitdrukking voor hen die anderen met hun redenaarskunst willen overtuigen zonder enige interesse in wijsheid of waarheid.

De introductie van de term 'filosofie' werd toegeschreven aan de Griekse denker Pythagoras : "De vita et moribus philosophorum", I, 12; Cicero: "Tusculanae disputationes", V, 8-9). Deze verwijzing is waarschijnlijk gebaseerd op een verloren gegaan werk van Herakleides Pontikos, een leerling van Aristoteles. Het wordt beschouwd als deel van de wijdverspreide pythagorische legenden uit die tijd. In werkelijkheid werd de term "filosofie" niet gebruikt tot ver voor Plato.

Filosofie en 'filosoferen' was volgens Aristoteles de meest verhevene en meest goddelijke activiteit voor de mens, die hem van nature voltooit en een bron van vreugde is . In zijn "Uitnodiging tot de filosofie" lezen wij : "...want intelligentie is de god in ons..." en "Het stoffelijke leven heeft een goddelijk gedeelte", en nog : "Zodoende is de mens verplicht te filosoferen of anders afscheid te nemen van het leven ; want alle andere activiteiten zijn slechts prullen in verhouding tot het filosoferen".

Sinds haar ontstaan heeft de filosofie een lange en rijke traditie gekend. De westerse filosofie wordt doorgaans ingedeeld in vier grote tijdvakken, namelijk de klassieke filosofie, de middeleeuwse filosofie de moderne filosofie en de hedendaagse filosofie. De Chinese filosofie wordt doorgaans ingedeeld in drie grote tijdvakken, namelijk de klassiek-Chinese filosofie, de middeleeuws-Chinese filosofie en de modern-Chinese filosofie. Ook de Indische filosofie wordt in verschillende tijdvakken ingedeeld. Voor zover bekend is de Indische filosofie ook de oudste; de eerste sporen dateren van circa 1500 v.Chr.

Behalve deze twee belangrijke stromingen hebben talrijke andere culturen hun eigen filosofische traditie, zodat de studie van de geschiedenis van de filosofie een bijzonder diverse kijk geeft op een breed panorama aan wijsgerige stelsels

Voor sommigen is de definitie van filosofie eenduidig, terwijl de definitie voor anderen zelfs een filosofisch probleem vormt. Om het begrip toch te introduceren kunnen we zeggen dat het de studie is van de betekenis en geldigheid van ons denken en onze overtuigingen omtrent de meest algemene en universele aspecten van het bestaan (heelal, entiteiten of subjecten, objecten of dingen, en hun relatievormen). Deze studie wordt niet in het bijzonder uitgevoerd met behulp van experimenten of zorgvuldige waarneming. Dit is de reden waarom filosofie geen empirische maar een normatieve wetenschap is. In plaats van empirische experimenten baseert men zich op redeneringen en gedachte-experimenten, door zorgvuldig de filosofische problemen te formuleren en door te zoeken naar oplossingen en argumenten die deze oplossingen ondersteunen. Er kan dus nooit sprake zijn van een empirisch bewijs voor een bepaalde filosofische visie of theorie. Het is zelfs zinloos te vragen naar dergelijke bewijzen van bijvoorbeeld Plato's ideeënleer. Sommige empirische wetenschappers zijn hierdoor geneigd te concluderen dat filosofie geen wetenschap is, waarbij zij zich niet realiseren dat iedere wetenschap enkele a-priorische principes vooronderstelt.

Filosofie is ook de studie van de opvattingen, visies en theorieën van andere filosofen. Een filosoof zal de dingen van andere filosofische tradities bekritiseren, sommige dingen zal hij overnemen en/of corrigeren. Andere zal hij afwijzen. Het aangaan van de discussie met andere filosofen wordt ook wel dialectiek genoemd. Er zijn binnen de filosofie weinig onderwerpen of aspecten te bedenken waarover algehele consensus bestaat. Men zou deze kritische houding zelfs als een wezenlijk kenmerk van de filosofie kunnen beschouwen: een niet principieel betwistbaar standpunt kan in feite niet als filosofisch worden opgevat, maar enkel als dogmatisch.

De bronnen van een filosofische studie bestaan meestal uit de teksten van andere filosofen. Centraal bij de bestudering van teksten staat steeds een bepaald onderwerp of thema, waaromtrent bepaalde argumentaties zijn ontwikkeld. Een filosofische tekst is echter nooit los van een context gesitueerd of geschreven, de beargumentatie komt niet zomaar uit het niets. Er wordt dan ook geprobeerd om een tekst in zijn oorspronkelijke of huidige context te begrijpen. Deze interpretatiekunde van filosofische teksten wordt hermeneutiek genoemd.

Het domein van filosofie bestond van oudsher uit "alle intellectuele inspanningen". Het heeft sinds lang de betekenis van de studie van abstracte niet-experimentele intellectuele inspanning. "Filosofie" blijft dus een notoir lastig te definiëren begrip en de vraag "wat is filosofie" is op zich een complexe filosofische vraag. Sommige filosofen houden zich met zeer specifieke technische kwesties bezig, terwijl andere zich juist zeer breedschalig concentreren op de interrelatie tussen zaken als religie, wetenschap en kunst.

Filosofen zijn tevens uniek in de mate waarin zij van mening verschillen over het domein en de definitie van hun vakgebied. De procedures die in het verleden binnen de filosofie zijn gebruikt om vraagstukken op te lossen lopen sterk uiteen; sommige van hun argumenten kunnen tot de formele wetenschap worden gerekend omdat ze bijvoorbeeld overeenkomen met methoden in de wiskunde, terwijl andere argumenten er meer op gericht zijn bepaalde hypothesen omver te werpen door een beroep te doen op alledaagse waarneming.

De filosofie houdt zich dus bezig met dezelfde objecten als heel veel andere wetenschappelijke disciplines, maar onderscheidt zich niettemin van deze disciplines doordat zij haar eigen benadering hanteert, waarin het geheel van het "Zijn" en het zoeken naar een allesomvattende samenhang centraal staan. Het denken wordt in de filosofie als het eigenlijke middel gehanteerd, in tegenstelling tot wat bij religie en kunst het geval is; hierbij wordt in de eerste plaats een beroep gedaan op gevoel en geloof. Anderzijds is het juist zo dat de filosofie - met name in de Oudheid en Middeleeuwen - vaak zeer nauw verweven was met andere wetenschappen die als het ware in de filosofie besloten lagen, en met kunst en religie. Met name in de Westerse geschiedenis is hier sinds de Renaissance verandering in gekomen.

Zowel Plato als - veel later - Hegel waren van mening dat de filosofie een geheel eigen methodologie had, die ze allebei dialectiek noemden, hoewel ze van mening verschillen over de inhoud ervan. Henri Bergson zag intuïtie als de voornaamste filosofische methode. Volgens Ludwig Wittgenstein was dit het "blootleggen van nonsens" en volgens Moritz Schlick verheldering, terwijl Edmund Husserl de basis van de filosofie in de fenomenologie zocht en deze basis volgens David Hume in empirisch onderzoek en volgens Spinoza in de geometrie lag. In de 19e eeuw stelden onder andere Rudolf Hermann Lotze en James Ward net als Plato dat de filosofie zich hoofdzakelijk met betekenis, waarden en doelen bezighield, niet met pure wetenschap en feiten als zodanig. William James definieerde de filosofie als "een collectieve benaming voor vragen die niet naar tevredenheid van alle vragers zijn beantwoord". Hij suggereerde daarmee dat de filosofie eigenlijk geen aparte discipline vormde, maar volledig kon worden gedesintegreerd om op te gaan in andere wetenschappen.

Aristoteles beweert in zijn 'Metafysica' echter het tegengestelde; hij onderscheidt een aparte wetenschap die 'het Zijn als het Zijn onderzoekt'. Hegel en Benedetto Croce stellen de filosofie op één lijn met de cultuurwetenschappen, terwijl Karl Popper vooral veel raakvlakken met de kosmologie ziet. Rudolf Carnap meent dat het werkgebied van de filosofie in feite beperkt is tot het beschrijven van taal, en deze opvatting heerste in de twintigste eeuw ook in Groot-Brittannië.

De hedendaagse filosofie, of contemporaine filosofie, begint rond 1900. Binnen de hedendaagse filosofie wordt wel eens onderscheid gemaakt tussen de Angelsaksische traditie, ontstaan in de eerste plaats in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk, en de continentale traditie, ontstaan in landen als Duitsland en Frankrijk. Daar tussenin bevindt zich de filosofie die George Ivanovich Gurdjieff vanuit het Oosten naar het Westen bracht. Het zogenaamde 'Gurdjieff werk', wordt ook wel door P. D. Ouspensky beschreven als de 'Vierde Weg'. De Eerste weg in deze beeldspraak is die van de fakir. Die richt zich op het beteugelen van de lichamelijkheid. De Tweede weg, de weg van de monnik, richt zich op het beteugelen van emoties en gevoelens. De Derde weg van de yogi richt zich op het beteugelen van het denken en het intellect.

De door Gurdjieff uitgewerkte Vierde weg was de weg van de zogenaamde 'sluwe mens'. Die mens heeft kennis van de regels en normen van de eerste wegen, maar is geen volgeling van een daarbij behorend religieus of filosofisch systeem. De mens op de Vierde weg kiest bewust wat bruikbaar en nodig is voor zijn eigen ontwikkeling. Echter, om bewust te kunnen kiezen moet de mens weten wie hij is, en moet hij alert zijn.

De essentie van Gurdjieff's filosofie is dat de individuele mens zichzelf niet of nauwelijks kent en zich daar niet bewust van is. Volgens hem denkt en handelt de mens mechanisch, hij identificeert zich met tal van denkbeelden en als gevolg daarvan 'gebeurt' hem ook alles. De mens verkeert in een bewustzijnstoestand die in de esoterische wetenschappen wel als waak-slaap wordt beschreven. Met andere woorden, het lichaam is weliswaar wakker, maar de geest, of zo men wil, datgene wat de mens in essentie ís, slaapt. Fragmenten van de filosofie van Gurdjieff zijn beschreven in Ouspensky's boek, getiteld: 'Op Zoek naar het Wonderbaarlijke'.

Sinds de Middeleeuwen wordt filosofie aan de universiteiten als bijvak onderwezen. Vanaf de 13e eeuw stond de filosofie steeds meer los van de 'artes liberales' ('vrije kunsten' (in tegenstelling tot de 'artes illiberales'). Tot in de 18e eeuw bleef de filsofie een van de vier klassieke faculteiten en was een student die vragen op bijvoorbeeld natuurwetenschappelijk gebied wilde beantwoorden verplicht eerst een cursus filosofie te volgen. Vanaf de 19e eeuw kwam de filosofische leerstoel echter inhoudelijk steeds meer onder druk te staan, toen eerst de natuurwetenschap en later ook de filologie en de sociale wetenschappen zich verder verzelfstandigden.

Filosofie is tegenwoordig in Nederland en Vlaanderen een universitaire opleiding en heet aan de meeste universiteiten 'Wijsbegeerte'. Soms kunnen studenten kiezen voor de mastervariant Wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied. Afhankelijk van de universiteit, waaraan men wijsbegeerte studeert en haar oriëntatie op de wijsbegeerte, krijgt men een diploma in de kunsten (bijvoorbeeld: Master of Arts) of in de wetenschappen (bijvoorbeeld: Master of Science). Hiernaast bestaan er veel verschillende niet-academische filosofiecursussen, zoals aan de Internationale School voor Wijsbegeerte in Leusden, of bij Studium Generale in verschillende universiteitssteden.

Het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte, faculteit aan de KU Leuven, bijvoorbeeld, was vroeger een Sint-Thomasschool en is tot op heden een instituut dat bekend staat voor zijn kwaliteit, grote bibliotheek en een goed georganiseerd internationaal studentenprogramma.

Nota: We zijn volop onze Encyclopedia Spiritualia aan het aanvullen... Heb je ooit zélf op de één of andere manier ervaringen opgedaan met het thema 'Filosofie'? Of, weet je er iets meer over te schrijven? Laat het ons weten via 'Mijn Commentaar' hier onderaan.

Interessante, reclameloze bijdragen, met een meerwaarde voor onze lezers, komen in onze rubriek Encyclopedia Spiritualia terecht, waarvan hier de link!

Commentaar


Wees de eerste om te reageren!

Reageer


Opgelet: momenteel ben je niet ingelogd. Om onder jouw eigen naam te posten kun je hier inloggen.

Mijn naam:
Mijn e-mail adres:
Mijn commentaar:
Verificatie:
Typ de code hierboven in:


School voor ontwikkeling van De Innerlijke Mens


Adverteer op Spiritualia
Adverteren
Zoek&Vind
Meer
Spiritualia
Contact
Copyright © 2008-2024 Spiritualia. Alle rechten voorbehouden. | Privacy Statement | Gedragscode | Algemene Voorwaarden | Auteursrecht