Elektriciteit is vandaag de dag niet meer weg te denken uit onze moderne samenleving. Veel van onze apparatuur die we dagelijks gebruiken werkt dankzij elektriciteit. Dat we zo sterk afhankelijk zijn geworden van deze energievorm merken we pas als elektriciteit even niet voorhanden is, zoals bij een stroomuitval.
Elektriciteit is vernoemd naar 'elektron', het Griekse woord voor 'barnsteen'. Statische elektriciteit kan namelijk worden opgewekt door een stuk barnsteen over een wollen lap te wrijven. Sommige vissen, zoals de sidderaal, zijn ook in staat stroom op te wekken. Daarnaast werkt het dierlijke en menselijke zenuwstelsel met elektrische signalen.
We weten hoe we elektriciteit kunnen opwekken. We weten wat we er allemaal mee kunnen aanvangen. Maar, wat is elektriciteit? Wat is zijn ware natuur?... Geen mens die het weet.
Wetenschappers kunnen het maar niet definiëren. Ofwel bestaat elektriciteit uit 'wiebelende elektronen', ofwel is het een elektromagnetisch-veld-energie dat aan een zeer hoge snelheid 'stroomt', behalve 'statische elektriciteit. In zekere zin toch.
Anders gezegd: de antwoorden op de vraag wat elektriciteit precies is, spreken elkaar tegen. Maar hetzelfde geldt dan ook voor een foton: het kan zich voordoen als een deeltje, maar ook als een golf. Onze taal en ons denken zijn zó samengesteld dat het ofwel het één of het ander moet zijn: beide kan niet.
Het bekendste natuurlijke elektrische verschijnsel is de bliksem, een elektrische ontlading, dat ontstaat door een potentiaalverschil in de atmosfeer. Over hoe weerlicht, of een bliksem precies in elkaar zit, bestaat nog altijd discussie. Gewoonweg, omdat - ook hier - niemand het echt weet.
Sommigen beweren dat de bliksemstralen vanuit de wolken naar beneden inslaan. Anderen zeggen dan weer dat de bliksemstralen vanuit de Aarde ontspringen, opstijgen, en contact maken met de elektrische lading in de onderzijde van de wolken. Een derde groep spreekt over een combinatie van beide, of praten over een 'terugslag'.
Vliegtuigen worden in hun vlucht door bliksems geraakt. Indien je het fenomeen tijdig kunt fotograferen, verkrijg je indrukwekkende resultaten. Dankzij het feit dat vliegtuigen uit metaal bestaan, zijn ze - als kooien van Faraday - zeer goede geleiders, en als conductoren zorgen ze ervoor dat de elektriciteit er doorheen kan gaan. Anders gezegd: moesten vliegtuigen niet uit hoofdzakelijk aluminium zijn samengesteld, zouden ze exploderen bij een blikseminslag.
Vliegtuigen hebben dus zelden last van bliksemstralen. Wel kan de apparatuur worden beschadigd. Om die reden beschermen vliegtuigconstructeurs hun elektronische apparatuur door ze te beschermen met shield wires, en suppressors. Deze dingen zorgen ervoor dat de bliksem niet tot in de kern van het apparaat kan, en zijn erop getest om hun functie te bewijzen, door een strenge naleving van FAA regels.