Onlangs verscheen de vertaling van het laatste werk van neuroloog Vilayanur Ramachandran, namelijk: 'Zo werkt ons brein echt' - met als ondertitel: 'Wat fouten in de hersenen ons leren.'
Mensen, zoals hem, vind ik heel belangrijk, gewoonweg omdat ze dingen beginnen bewijzen die ik reeds meer dan 40 jaar lang op een begrijpelijke manier tracht uit te dragen. Anders gezegd: tot op heden met weinig succes.
Maar omdat de werkzaamheden van de hersenen de laatste 5.000 jaar niet zijn veranderd, zal het nog enkele eeuwen duren vooraleer mensen in staat zijn woorden van Boeddha, Osho, Gurdjieff, Maharaj, of Jezus te begrijpen. Laat staan die van mij. Nochtans zeggen ze allen hetzelfde, maar op een verschillende manier.
5.000 jaar evolutie lijkt lang, maar niet als men het vergelijkt met de 4,5 miljard jaar bestaan van onze planeet Aarde.
Indien we een G.I. Gurdjieff goed begrijpen, leeft 99,99% van de mensen nog immer in hun zogenaamde 'benedenverdiep', hetgeen volgens hem bestaat uit een instinct-, beweging- en een sekscentrum: de heilige drie-1-eenheid van de mens, die nog moet ontwaken door uit te stijgen naar hogere verdiepingen en diepere lagen.
Ontwaken? Wat een metaforisch woord! Klinken de woorden: "Mensen hebben ogen, maar zien niet; ze hebben oren, maar kunnen niet horen" beter?
Ze klinken niet beter, wel anders. Noch 'ontwaken', noch die andere woorden worden begrepen. Mensen kunnen ze wel op een dagdagelijkse manier lezen, net zoals ze op een mechanische manier een krant, boek of tijdschrift lezen, maar be-grijp-en?... Ik durf te schrijven: praktisch onmogelijk. Om die reden roep ik vandaag de hulp in van Vilayanur Ramachandran, die het op zijn manier 'anders' zegt. Met de nodige humor zelfs. Ik vind die man gewoonweg subliem en een 'lichtbrenger' op een meest wetenschappelijke manier.
Tracht jezelf even vrij te maken en bekijk & aanhoor hem 'in the privacy of your home' - want ja, het is in 't Engels:
In het kort komt het er op neer, dat het brein met zijn miljarden neuronen, jou dicteert wat je zegt, doet, denkt, droomt, wenst, verlangt, begeert, welke handeling je uitvoert, enzovoorts.
Dat brein kan, bijvoorbeeld, aan jou rechterhand het bevel geven (noem het idee, impuls, of gedachte) om je hemd vast te knopen en onmiddellijk daarna aan jouw linkerhand om de knopen van je hemd terug los te maken. En je zult het uitvoeren - zomaar, automatisch en even logisch vinden als de meest stupide droom uit de lange reeks van jouwe nachtelijke dromen.
Wat 'zien' betreft, schreef ik reeds bijna meer dan honderdmaal, dat ogen niet 'zien'. Je kijkt er wel door, je laat de fotonen binnen, die op een elektromagnetische manier via interne draden naar meer dan 30 delen van de hersenen worden vervoerd. Doch tot op dát ogenblik is er nog altijd geen sprake van een 'beeld'. Maar het brein zal met de elektromagnetische impulsen er een voorstelling van maken, hetgeen we 'beeld' zouden kunnen noemen. Net zoals op het TV-scherm beelden worden gevormd, bestaande uit miljarden kleine stippen, en ondersteund door de drie basiskleuren van rood, groen en blauw, van waaruit als de andere kleuren, inclusief het kleurloze wit, zijn samengesteld.
Maar dat 'beeld' kan binnen de seconde worden gewijzigd omdat je je brein kunt 'bedriegen'. Denk bijvoorbeeld aan de hierboven vermelde fantoompijnen, en aan de spelletjes die we 'visuele illusies' noemen.
Maar als we door de ogen 'kijken' en niet kunnen zien, wat impliceert dat nog allemaal? Zijn er mensen die spoken, geesten, engelen, elfen, kabouters, aura's, chakra's, overledenen, et cetera kunnen 'zien'? Effectief 'zien'?
Ik heb het nu niet over materiële dingen, zoals tafels, stoelen en andere mensen. En ook niet over buitenaardse wezens, of ufo's. Wel over onzichtbare dingen, of dingen die mogelijkerwijze niet bestaan - of, toch misschien wel?
We gaan hier natuurlijk niet op ingaan, omdat we geen breinen van mensen willen kwetsen met waarheden. Sedert geboorte loopt iedereen met overtuigingen rond, die ze ergens hebben opgedaan. Ze hebben het gehoord, gezien of ergens gelezen, of op straat gevonden, en leven in de veronderstelling dat al die zogenaamde 'geleende kennis' ware kennis is.
Maar daar zit het kwaad niet. Wel in het feit, dat sommige mensen trachten hun verbeeldingswereld aan anderen over te dragen, op te dringen, of er munt uit slaan. En miljarden onwetenden trappen er 'bewust' met beide voeten in, omdat ze bereid zijn in iets te geloven, teneinde meer zin en betekenis aan hun eigen leven te schenken.
Er is verandering en vernieuwing nodig, broodnodig. Maar nogmaals: laten we hier niet al té diep op ingaan, want we zijn enkele honderden jaren te vroeg, met als gevolg dat we ons tot enkelingen moeten richten.
Om die reden zullen we dit thema - bij gelegenheid - verder zetten in onze rubriek Eclecticus, enkel en alleen - zoals je weet - toegankelijk voor hen die zélf hun eigen deuren hebben ingestampt, of durven instampen. Daar is veel moed voor nodig en egoloze nederigheid.
Voor anderen blijft er niets anders over dan zichzelf de hamvraag stellen, zijnde: 'Wie ben ik? Ben ik meer dan mijn hersenen?' en gewoonweg afwachten welk antwoord dat brein geeft. Maar als ik van jou was, zou ik er geen jota van geloven. Vraag het maar aan Vilayanur Ramachandran.
De Spiegeldoos
William Shakespeare: A Midsummer Night's Dream - Act 5, Scene 1
THESEUS: "More strange than true: I never may believe
These antique fables, nor these fairy toys.
Lovers and madmen have such seething brains,
Such shaping fantasies, that apprehend
More than cool reason ever comprehends.
The lunatic, the lover and the poet
Are of imagination all compact:
One sees more devils than vast hell can hold,
That is, the madman: the lover, all as frantic,
Sees Helen's beauty in a brow of Egypt:
The poet's eye, in fine frenzy rolling,
Doth glance from heaven to earth, from earth to heaven;
And as imagination bodies forth
The forms of things unknown, the poet's pen
Turns them to shapes and gives to airy nothing
A local habitation and a name.
Such tricks hath strong imagination,
That if it would but apprehend some joy,
It comprehends some bringer of that joy;
Or in the night, imagining some fear,
How easy is a bush supposed a bear!"