'Pedofilie in de Kerk' is een thema dat eenieder van ons aanbelangt. Als de 'vertegenwoordigers' van het goddelijke zich verlagen tot seksuele feiten met minderjarigen, wordt het hoog tijd dat men er - zonder pardon - een grove borstel doorhaalt. Het zijn de slachtoffers die ons hierbij kunnen helpen - want, aanklagen zonder feiten of bewijzen is laster, en daar doen we niet aan mee. Ofwel klaag je aan - ofwel verwerk je het gebeurde in de stilte van jezelf. Maar klagen, zonder de dader aan te wijzen, verantwoordelijk te stellen, en eventueel te vervolgen, is tijdverlies: zowel voor de klager die een brief schrijft, als voor de lezer die er niets mee kan doen.
"Alles wijst naar het feit dat pedofilie in de kerk voor Godfried Daneels helemaal geen prioriteit was," beweerde professor pastoraaltheologie Karlijn Demasure, een ontslagnemend lid van de commissie-Adriaenssens. De professor kreeg vorige donderdag ook speurders over de vloer. Ze namen dossiers mee die zij mee naar huis had genomen om 'een ontmoeting met enkele slachtoffers voor te bereiden'. 'Overwerken', wordt dat genoemd, alsof de daguren niet volstaan.
Demasure zei verder in 'Knack 'dat er in ons land zeker 5.000 mensen zijn die in het verleden werden misbruikt door een geestelijke. "Ik heb met daders gesproken, en sommigen noemden zelf spontaan nog tien slachtoffers. Als we de vermenigvuldiging maken, zitten we in totaal aan 5.000 slachtoffers. Het gaat bijna allemaal om mannen." En, dan heeft ze het nog niet over de slachtoffers die onderwijl overleden zijn...
De feiten zijn in elk geval gekend. Vorige week donderdag, 24 juni 2010, deed de Brusselse onderzoeksrechter Wim De Troy huiszoekingen in het Mechelse aartsbisschoppelijk paleis en in de Sint-Romboutskathedraal.
Tegelijkertijd liet hij alle dossiers over seksueel misbruik binnen de Kerk in beslag nemen bij de Commissie-Adriaenssens in Leuven. Die Commissie stapte ondertussen op. Begrijpelijk, omdat ze geen dossiers meer heeft en omdat het noodzakelijke vertrouwen in haar werking is geschonden. De zaak roept vele vragen op: gingen parket en onderzoeksrechter hun boekje te buiten? Mocht de tombe van kardinaal Mercier opengebroken worden? Was de huiszoeking een complot van de loge? Werd de privacy van de slachtoffers geschonden door alle dossiers in beslag te nemen? Kunnen bisschoppen zich verschuilen achter het biechtgeheim om pedofiele pastoors ongemoeid te laten? Heeft de Commissie-Adriaenssens een beroepsgeheim? Vragen, vragen, alsmaar vragen ... Met de hulp van expert John De Wit wordt er op elke vraag een concreet antwoord gegeven.
Vijftig Brusselse speurders, leden van de 'Federal Computer Crime Unit' (FCCU) en het 'Disaster Victim Identification Team' (DVI) voerden huiszoekingen met groot machtsvertoon uit. De bisschoppen waren net in vergadering, samen met de pauselijke nuntius. Deze laatste werd verzocht om te vertrekken, de bisschoppen moesten hun gsm's, computers en agenda's afgeven en mochten de vergaderzaal niet verlaten tussen 11 en 19 uur. Ondertussen werd - naar aanleiding van een 'geloofwaardige tip' van één van de werknemers van de kathedraal - in de Sint-Romboutskathedraal gezocht naar een geheime bergplaats van dossiers die seksueel misbruik in de kerk zouden aantonen. Men boorde enkele gaatjes in de crypte waar zo'n 15 lijkkisten van kardinalen stonden en men ging dan met een camera in die ruimte op zoek naar dossiers. Men boorde ook een gat in de tombe van Kardinaal Mercier, die in 1926 overleed, omdat een gids erop gewezen had dat daar recentelijk iets aan was vertimmerd. Maar er werden geen geheime dossiers gevonden. In elk geval: als men daar niet had onderzocht, had men dit antwoord nooit geweten.
In Mechelen moest kardinaal Danneels bovendien nog zijn privécomputer afgeven en doorzocht men ook zijn privéwoning. De 50 speurders namen - volgens advocaat Keuleneer van de bisschoppen - camions archieven mee: de volledige loonadministratie, de volledige boekhouding, alle pc's van het personeel en nog allerlei dossiers. Ook de gsm's, computers en agenda's van de bisschoppen werden in beslag genomen. Tot op heden is nog niets teruggegeven, aldus advocaat Fernand Keuleneer.
Tegelijkertijd had in Leuven, op de zetel van de Commissie-Adriaenssens, die zich binnen de Kerk bezighoudt met seksueel misbruik van minderjarigen, een huiszoeking plaats. Speurders namen alle 475 dossiers van de Commissie in beslag. Volgens voorzitter Peter Adriaenssens werden enkele dossiers ter plekke opgehaald bij vier leden van de Commissie thuis. Een vertegenwoordiger van de Orde van Geneesheren was aanwezig. Het bevel gold voor alle documenten en gegevensdragers die met commissie te maken hadden en voor al wat justitie daarmee verbonden achtte. Daarom analyseerde ook de FCCU alle pc's. Ze nam een laptop en een harde schijf mee en schreef andere gegevens over.
De Commissie-Adriaenssens diende ondertussen verontwaardigd haar ontslag in omdat het vertrouwen in haar beschaamd was. Adriaenssens voelde zich 'als lokaas gebruikt'. Deze zaak roept een reeks vragen op, waarop we in de mate van het mogelijke ingaan. Want een aantal personen wilde geen antwoord geven en bepaalde feitelijke gegevens zijn dus nog op vandaag onduidelijk.
1. Ging het Brussels parket te ver?
- Om die vraag te beantwoorden is vooral de aard van de klacht van belang. Is het een geloofwaardige klacht, of komt ze van een fantaste? Neem het voorbeeld X1 van indertijd, die tijdens de Dutrouxzaak het hele gerechtelijk apparaat in Neufchateau op stelten zette, wat tot allerlei kostelijke en zinloze onderzoeken leidde. Sommigen beweren dat de bron van de klacht bij twee personen zou liggen: de katholieke pedojager Rik Devillé én de vorige voorzitter van de Commissie-Adriaenssens zelf: Godelieve Halsberghe. Een aantal mensen zegt het informeel en van horen zeggen, maar officieel ontkent men het.
Bovendien staat het parket in dit soort zaken altijd voor een dilemma: optreden of niet-optreden? Als het parket niets doet, en drie jaar later blijkt dat er toch iets aan de hand was, dan krijgt het bakken kritiek over zich. Als het wél optreedt en dat optreden leidt tot niets, ook dan volgt eveneens kritiek. Probleem is, dat je bij zo'n klacht niet onmiddellijk weet of ze tot resultaten zal leiden. Iedere beoordeling van zo'n klacht is noodgedwongen subjectief.
- Is er dan geen probleem met het samenwerkingsprotocol dat het college van procureurs-generaal sloot met de Commissie-Adriaenssens? Dat bepaalde immers dat het federaal parket bevoegd is voor afhandeling van klachten die de Commissie-Adriaenssens binnenkreeg over seksueel misbruik in de Kerk.
Volgens het Brusselse parket gaat het niet om een klacht die is ingediend bij de Commissie-Adriaenssens, maar bij het parket zelf. Het was volgens het Brussels parket niet nodig om het federaal parket in te schakelen, Brussel achtte zich gewoon bevoegd. Procureur Bulthé heeft een onderzoeksrechter aangesteld voor "aanranding van de eerbaarheid van minderjarigen met geweld". Het onderzoek loopt tegen X, onbekenden dus.
Volgens Brussels parketwoordvoerder Meilleur was het overigens niet nodig om de parketten van Leuven en Mechelen op voorhand in te lichten van de huiszoeking.
2. Wie is de onderzoeksrechter?
De huiszoeking werd uitgevoerd onder leiding van onderzoeksrechter Wim De Troy. Hij was zelf persoonlijk aanwezig in Mechelen.
- De Troy (45) studeerde rechten aan de Katholieke Universiteit van Leuven en werkte in 1989 enige tijd als advocaat in Leuven en daarna als bedrijfsjurist in de banksector, vooraleer hij in 2004 substituut-procureur werd op het parket van Brussel. In die functie verving hij regelmatig de populaire persmagistraat Jos Colpin, die een zeer goede vriend van De Troy is.
- De Troy werd bekend door de zaak van Joe Van Holsbeeck. Hij kreeg toen in een bepaalde pers - onterecht - bakken kritiek over zich omdat hij - op gezag van getuigen - had verklaard dat de vermoedelijke daders 'van Magrebijnse afkomst waren', terwijl het later Polen bleken te zijn. Hij was een jaar lang gewoon rechter en toen onderzoeksrechter Bruno Bulthé in 2007 procureur van Brussel werd, nam De Troy zijn kabinet als onderzoeksrechter over. De Troy wordt gezien als de leerling van Bulthé.
- De Troy handelde meerdere moorddossiers af, de helikoptercrash in Merchtem van december 2007, de vervuiling van de Zenne door Aquiris en stak en passant ex-VBO-topman Luc Vansteenkiste in de cel in de zaak Bois Sauvage evenals een medewerker van het federaal parket, die het crimineel milieu tipte. De Troy maakte duidelijk dat hij tegen iedereen durft optreden. Velen noemen hem 'een zeer precies en correct onderzoeksrechter', 'een rustig man', anderen hebben het over 'een gedreven pittbull-type'. Zo zie je alweer dat er voor elke yang-groep een yin-groep tegenover staat. 'Evenwicht' wordt dat genoemd.
3. Is dit een complot van de loge?
Veel hersenen zijn beïnvloed door de Da Vinci-Code. Sommige christen-democraten zien in de actie van De Troy een 'complot van de loge' om de Belgische Kerk voor de hele wereld de genadeslag te geven. Ze verwijzen naar de goede vriendschapsbanden van De Troy met Colpin en met procureur Bruno Bulthé, beiden notoire liberale vrijzinnigen, net als het hoofd van de Brusselse gerechtelijke politie, Glenn Audenaert, waar de aanvankelijke klacht binnenliep. Ze verwijzen voor hun stelling naar het buitenproportionele van de huiszoeking, bedoeld om de hele Kerk te schaden. Sommige vrijzinnige magistraten sluiten zich bij deze kritiek aan, zonder in de actie een complot van de loge in te zien.
Brussels parketwoordvoerder Colpin ontkent ieder complot van de loge ter zake: "Ik wijs erop dat De Troy aan de Katholieke Universiteit van Leuven heeft gestudeerd he. Er is geen enkele aanleiding om te stellen dat hij tot een of andere zuil behoort. De aard van de verdachte speelt voor hem geen rol, hij voert gewoon een onderzoek. Als parket hadden wij een onderzoek gevorderd naar een geheim dossier over seksueel misbruik in de Kerk. Wij hadden niet gevraagd om in Leuven alle dossiers te gaan meenemen. De Troy voert zijn onderzoek misschien nogal breed, maar dat is zijn goed recht. De onderzoeksrechter is onafhankelijk he. En De Troy staat bekend als een heel goede onderzoeksrechter".
Een collega van De Troy voegt er nog aan toe: "Als dit een complot is van de loge, dan is ze er wel rijkelijk laat aan begonnen. Op meerdere rechtbanken werken al vele jaren logebroeders, waarom hebben die dan niet eerder opgetreden? Bovendien: van procureur Bruno Bulthé, de leermeester van De Troy, is de vrijzinnigheid algemeen bekend. Maar was het niet Bulthé die VUB-rector Renneboog, een topfiguur van de loge, arresteerde en tot bekentenissen kreeg? En tenslotte: het is niet de loge die seksueel misbruik tegen minderjarigen heeft gepleegd. Dat zijn de pastoors. Optreden was hier dus gepast. Of dat optreden dan ook correct, proportioneel en legitiem was, is een andere vraag".
4. Wat mag bij huiszoekingen?
- De onderzoeksrechter is volledig onafhankelijk, hij moet zich niet houden aan afspraken tussen de parketten en de Commissie-Adriaenssens, hij mag zijn onderzoek voeren zoals hij dat wil. Maar hij moet wel binnen zijn 'saisine' blijven. Anders gezegd: hij mag de opdracht van het parket niet te buiten gaan en hij moet van de Europese rechtspraak in Straatsburg zijn huiszoeking proportioneel en legitiem houden. Waarbij de vraag rijst of dat in dit geval is gebeurd. En dan moeten we nagaan wat precies kan bij een huiszoeking.
- De onderzoeksrechter moet zich houden aan 'de feiten', die het parket opgeeft, maar niet aan de manier waarop het parket ze definieert (niet aan de 'kwalificatie') dus. Voorbeeld: als hij tijdens zijn huiszoeking naar seksueel misbruik fiscale fraude ontdekt, mag hij dat niet verder onderzoeken, hij moet dit voorleggen aan het parket. Dat kan dan een nieuw onderzoek bevelen naar fiscale fraude. Maar als hij meent dat de feiten geen 'aanranding' maar 'verkrachting' zijn, dan mag hij gewoon verder onderzoeken. En als hij nieuwe daders ontdekt, mag hij ook hun daden onderzoeken.
Mogen huiszoekingen buiten het eigen arrondissement? De onderzoeksrechter is rechter in Brussel-Halle-Vilvoorde. Maar hij deed huiszoekingen in Mechelen en Leuven, waar Mechelse en Leuvense onderzoeksrechters bevoegd zijn. Kan dat?
- Sinds de wet-Franchimont van 1998 mag een onderzoeksrechter huiszoekingen buiten zijn arrondissement doet. Als hij - tenminste de ochtend van de huiszoeking - ook de parketten van beide arrondissementen op voorhand heeft ingelicht. Die regel dient om te voorkomen dat de ene onderzoeksrechter het werk van een andere zou doorkruisen. Men moet op voorhand weten dat er niet al andere, veel grotere onderzoeken lopen tegen dezelfde verdachte. Volgens de Brusselse parketwoordvoerder, Jean-Marc Meilleur, is het zelfs niet meer nodig om deze parketten op voorhand in te lichten, 'omdat het zo vaak gebeurt in de praktijk'.
Mogen graven worden opengebroken? Is dit grafschennis? Ja, het mag, hoewel het grafschennis is. Maar het mag in het kader van een huiszoeking. Een huiszoeking is immers eigenlijk ook woonstschennis. De onderzoeksrechter kan ook alle aanwezigen verplichten om ter plekke te blijven en om hun gsm af te geven, zolang de huiszoeking duurt.
Is de pauselijke nuntius niet diplomatiek onschendbaar? Stelt dat geen problemen? De nuntius was aanwezig toen de huiszoeking begon, maar men vroeg hem om onmiddellijk te vertrekken, wat hij ook deed. Volgens sommige specialisten had de onderzoeksrechter hem echter dezelfde dwangmaatregelen kunnen opleggen als de andere bisschoppen. "Het doet niet ter zake dat hij als nuntius diplomatiek onschendbaar is. Die onschendbaarheid geldt immers voor misdrijven die hij zelf heeft gepleegd, niet voor bestuurlijke maatregelen met betrekking tot mogelijke misdrijven waarvan hij getuige is", zo luidde het.
Al deze maatregelen mogen juridisch gezien dus. Een andere vraag is of deze maatregelen nodig waren. Was het nodig om met een camera in de crypte te kijken waarin een vijtiental lijkkisten van bisschoppen stonden? Was het nodig om de tombe van kardinaal Mercier een beetje open te breken? Dat is de vraag. Een onderzoeksrechter mag immers ook geen machtsmisbruik plegen. Hij mag al die daden niet stellen als dat niet nodig is.
- Mr. Fernand Keuleneer, advocaat van kardinaal Danneels: "Een huiszoeking mag slechts als ze legitiem én proportioneel is. Legitiem wil zeggen dat er concrete aanwijzingen moeten zijn van een bepaald misdrijf. Men mag niet zomaar alles meenemen. In Mechelen nam men camions vol archieven, de boekhouding, de loonadministratie, en alle pc's van het personeel mee. Dit lijkt veel op een fishing expedition en dat mag niet. Bij zo'n expedition neemt men alles mee om dan uit te vlooien of er iets te vinden valt. Een fishing expedition is geen legitiem doel. Want anders zou het gerecht bij een bank kunnen binnenvallen en er alle dossiers meenemen om na te gaan of er niet ergens iets wordt witgewassen. De hele bank zou instorten."
"Een huiszoeking moet bovendien proportioneel zijn. Ze moet in verhouding staan tot het doel dat men nastreeft. Men zal nu wel met explosief materiaal moeten komen om die proportionaliteit nog te kunnen handhaven. Maar het basisdossier kennen we dus nog niet, hé."
- Een bekend vrijzinnig magistraat schreef hierover: "Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat men hier tewerk is gegaan als een olifant in een porseleinwinkel. Deze huiszoeking heeft veel 'shaming' in zich. Men wil de hele katholieke kerk te kijk zetten en betrekt er zelfs overleden kardinalen uit lang vervlogen tijden bij. De symbolische en mediatieke waarde van deze huiszoeking moet niet onderschat worden. Men wilde de Kerk naar verluidt zelfs vervolgen als 'criminele organisatie'. Dat is belachelijk. De Kerk heeft in het verleden zeer zeker te laks opgetreden tegen seksueel misbruik, maar deze huiszoekingen met het grote machtsvertoon (honden, pistool duidelijk zichtbaar, openbreken van een graf van iemand die al sinds 1926 overleden is), zijn er m.i. ver over. Dit lijkt op een 'fishing expedition': men valt binnen, maar weet niet goed wat men zoekt".
Ook bij de huiszoeking in Leuven waren volgens deze magistraat andere middelen mogelijk. "Zo had men, samen met iemand van de Commissie, de dossiers kunnen doornemen en dan in beslag nemen wat nog niet verjaard was. Maar zomaar alles meenemen, lijkt me niet gepast".
5. Wat met de Commissie-Adriaenssens?
- De tweede huiszoeking gebeurde in Leuven, op de zetel van de Commissie-Adriaenssens. Daar werden alle 475 dossiers mee genomen.
- De "Commissie voor de Behandeling van klachten wegens seksueel misbruik in een pastorale relatie", zoals de Commissie-Adriaenssens officieel heet, werd in 1997 opgericht. Ze vangt slachtoffers op, verwijst hen door naar deskundige hulp. Ze brengt ook de bisschoppen en de hogere oversten op de hoogte van de feiten en ze verstrekt advies over alle noodzakelijke maatregelen op korte en langere termijn.
- Ze is opgericht om seksueel misbruik in de kerk aan het licht te brengen en ook om een schadevergoeding uit te betalen aan slachtoffers van seksueel geweld van priesters van wie de feiten verjaard waren. Een soort vergoeding voor een onrechtmatige daad dus. Mag ik het vertalen als doofpotpolitiek?... Was het geen tijd dat daar een einde aan werd gemaakt?
- Een jaar terug werd Peter Adriaenssens voorzitter en op 24 april 2010 raakte bekend dat de Brugse bisschop Roger Vangheluwe zijn neefje seksueel had misbruikt. Tot voor die datum waren een dertigtal klachten binnengelopen, sinds die datum 475, aldus Adriaenssens in de pers. Adriaenssens realiseerde zich dat slachtoffers niet alleen een schadevergoeding wilden, maar ook psychisch erkend wilden worden. Er stroomden ook klachten binnen over feiten die nog niet verjaard waren. Adriaenssens riep echter de klagers onder de 28 jaar op om rechtstreeks naar het gerecht te gaan, omdat in dat geval de feiten nog niet verjaard zijn.
- Zo'n honderd klagers vonden dat met hun klacht naar het gerecht gestapt mocht worden, de anderen wilden het niet. Natuurlijk waren er - mijns inzien - valse, denkbeeldige klachten bij van mensen die er slechts op uit waren op een minnelijke schikking, in de betekenis van 'een vergoeding'. In één op de drie gevallen is de dader overleden en in 50 gevallen werd gesteld dat kardinaal Danneels ingelicht was van de feiten, maar onvoldoende had opgetreden. De Commissie wilde de slachtoffers met de daders en met kardinaal Danneels confronteren en het hele probleem van seksueel misbruik in de Kerk in kaart brengen.
- De Commissie-Adriaenssens is dus een privé-initiatief binnen de Kerk. Hoe verhoudt ze zich tot het gerecht? Op 7 juni vaardigde het College van procureurs-generaal een circulaire uit om de samenwerking tussen de Commissie en het gerecht te regelen. Wat staat in die circulaire?
a) Binnen het college van procureurs-generaal wordt een werkgroep opgericht om het vervolgingsbeleid voor seksueel misbruik door clericalen te stroomlijnen. Die werkgroep wordt voorgezeten door de procureurs-generaal van Luik en Gent.
b) De Commissie-Adriaenssens zou 'op haar eigen verantwoordelijkheid' misdrijven melden als ze meent dat Justitie die moet kennen. De federale procureur is hiervoor het aanspreekpunt binnen de parketten. Het federaal parket coördineert ook de vervolging van de verdachten en het beslist welk lokaal parket dat zal doen. Als de verdachte in meerdere rechtsgebieden feiten heeft gepleegd, kan de federaal procureur zelf vervolgen.
c) Volgens de circulaire is het federaal parket dus de draaischijf van de klachten over seksueel misbruik in de Kerk. In de komende weken zou overlegd worden hoe het zit met aspecten van het beroepsgeheim en hoe men pedofilie in de kerk strafrechtelijk zou aanpakken.
- Het Brussels parket heeft dat nu wel doorkruist, door vorige week donderdag alle dossiers in beslag te nemen door de Brusselse onderzoeksrechter Wim De Troy. Het Brusselse parket meende dat het niet de taak is van een interne commissie in de Kerk om te beslissen over vervolging van seksueel misbruik of niet. De Kerk kan toch geen rechter zijn over misdrijven van haar eigen leden, zo luidde het.
- De Commissie beschikt zelf over geen dwangmiddelen om de echte waarheid aan het licht te brengen. Peter Adriaenssens is boos omdat het gerecht misschien verdachten wil vervolgen, terwijl het slachtoffer van die verdachten dat uitdrukkelijk niet wil. Als dit dé waarheid is: waarom een klacht indienen?... Of, was het bekomen van een 'vergoeding' de hoofdreden van die klacht? Het is maar een vraagje, hoor!
Dat kan problemen geven met mensen die door de feiten zwaar getraumatiseerd zijn en er pas nu willen over spreken.;;, maar tóch geen klacht willen indienen, zegt men. Het Brussels parket vindt dat dit 'spijtig is voor de slachtoffers'. Dat lijkt wat grof, maar er is wel degelijk een probleem. Precies omdat de Commissie geen dwangmiddelen heeft, kan zij ook niet volledig oordelen over alle klachten. Wat met nepklachten, die alleen maar bedoeld zijn om een priester in diskrediet te brengen en om een interne sanctie binnen de Kerk uit te lokken?
Bij dit soort nepklachten zal het slachtoffer uiteraard vragen om niet naar het gerecht te stappen, want een objectief onderzoek zou wel eens tot een vervolging van 'het slachtoffer' kunnen leiden. Nogmaals: ook slachtoffers die van hun dader geld vragen, hebben er alle belang bij om niet naar de rechtbank te stappen. De Commissie is niet gewapend tegen dit soort misbruiken, ze kan ze niet zelf onderzoeken en loopt dus altijd strop. Uiteraard zal dit allicht maar een heel kleine minderheid van klagers zijn, maar het probleem blijft.
- Volgens het Brussels parket is het niet de taak van de Commissie, of van de slachtoffers zelf, om te beoordelen of de feiten verjaard zijn of niet. Ze kunnen zich namelijk vergissen. Al was het maar omdat ze niet weten of de dader niet nog andere slachtoffers heeft gemaakt op een veel later tijdstip. Gevolg daarvan kan zijn dat ook de eerdere feiten, die men dank zij de Commissie-Adriaenssens wel kent, toch nog niet verjaard zijn. De Commissie heeft geen dwangmiddelen om dat uit te zoeken.
- Zolang ze zich bezighoudt met zaken die al verjaard zijn, is er geen probleem. Adriaenssens had de goede weg bewandeld door slachtoffers van minder dan 28 jaar op te roepen om rechtstreeks naar het gerecht te stappen. Zijn commissie had ook al zelf een drietal zaken van de 475 naar het gerecht gestuurd, zo zegt Karlijn Demasure, lid van de Commissie. De commissie-Adriaenssens had voortreffelijk werk kunnen leveren bij de discussie over een schadevergoeding en over een moreel eerherstel voor seksueel misbruik dat verjaard is. Ze had ook de slachtoffers kunnen helpen om hun trauma te verwerken. Maar ze had zich niet in de plaats van het gerecht kunnen stellen. Ondertussen gaf ze haar ontslag.
6. Schendt justitie de privacy?
Schendt justitie de privacy van de slachtoffers door de dossiers over seksueel misbruik in beslag te nemen, zoals Peter Adriaenssens beweert? Nee, ja en misschien.
- Nee. Het gerechtelijk onderzoek is geheim, dus de privacy van de slachtoffers is beschermd. Er a priori van uitgaan dat dit niet zo is, zou betekenen dat Justitie geen enkel onderzoek over een misdrijf met slachtoffers nog kan voeren. Je zou bijna kunnen zeggen dat de privacy van slachtoffers beter beschermd is bij het gerecht dan bij de Commissie-Adriaenssens, waarvan ernstig kan betwist worden dat ze een beroepsgeheim heeft. Wat haar toch kwetsbaar maakt tegenover de slachtoffers. En de Commissie maakte zelf al bekend dat kardinaal Danneels in 50 van haar 475 dossiers werd genoemd. Wat uiteraard ook een schending van de privacy is.
Ja. Toch heeft Adriaenssens in zijn kritiek ook gedeeltelijk gelijk. Het geheim van het onderzoek beschermt de privacy van de slachtoffers slechts tijdelijk, tot de zaak voor de strafrechter komt. Dan komt alles in de openbaarheid en kan iedere advocaat alle slachtoffers met naam noemen en moreel uitkleden om zijn cliënt te verdedigen. Tenzij alles achter gesloten deuren geschiedt .
Misschien. Iets anders is de aanwezigheid van een reeks cameraploegen bij de huiszoeking. Sommigen wijten dit aan louter toeval. De Mechelse lokale zender RTV wilde een interview met de kakelverse senator Rik Torfs (CD&V) doen voor de Sint-Romboutskathedraal. Torfs stemde toe en de cameraploegen waren daar toevallig toen de huiszoeking begon. En dan kwamen andere zenders. Zo wil een gerucht. Of er niet meer is dan dit, is een andere vraag. Om die reden blijft het een 'misschien'.
7. Wat met het biechtgeheim?
Sommigen zeggen dat bisschoppen die weet hadden van pedofiele feiten van hun pastoors zich kunnen beroepen op hun 'biechtgeheim' om die feiten niet te melden aan het gerecht. Het biechtgeheim, dat al bestaat sinds het concilie van Lateranen in 1215 is namelijk absoluut, het mag nooit geschonden worden, zelfs niet als de boeteling dit zelf zou willen en ook niet als hij overleden is.
De vorige paus, Johannes-Paulus II, bevestigde de absoluutheid van dit biechtgeheim nog op 30 april 2001 in het motu proprio 'Sacramentorum Sanctitatis tutela' en wel met betrekking tot het Zesde Gebod ("Doe nooit wat onkuisheid is")! Dus: als een priester, die na een klacht van een slachtoffer, door zijn bisschop wordt gehoord, de feiten bekent, dan valt dit volgens de Kerk onder het biechtgeheim. In dat geval mogen deze feiten dus nooit meegedeeld worden aan het gerecht.
Niet-kerkelijke deskundigen hebben twijfels bij dat absolute biechtgeheim, en wel om twee redenen:
- Eerst en vooral geldt het biechtgeheim alleen maar voor daders die zélf hun zonden biechten, niet voor slachtoffers die hun nood komen klagen. Maar als de bisschop daarna zijn priester hoort en die bekent, dan geldt het weer wel. Grappig, hé!
- Maar vooral: het biechtgeheim wordt in het burgerlijk recht (bedoeld is: het niet-kerkelijk recht) niet erkend. Dat is op zich niet erg, want alle priesters en bisschoppen hebben wel een beroepsgeheim. Alle vertrouwelijke informatie die ze in functie van hun beroep over het geestelijke leven van hun gelovigen aan de weet komen kan er onder vallen, maar ook de gesprekken die ze voeren met novicen in opleiding. De bisschoppen kunnen zich dus op hun beroepsgeheim beroepen, maar dat heeft dan weer wettelijke beperkingen bij seksueel misbruik van minderjarigen.
8. Wat met het beroepsgeheim?
En zo komen we tot een heel heikel punt: het beroepsgeheim. Kunnen de houders van een beroepsgeheim zoals priesters, artsen en hulpverleners, zich daarop beroepen om seksueel geweld tegen minderjarigen niet te melden aan het gerecht? Een poging tot antwoord, want de situatie verschilt van geval tot geval.
- Priesters, dokters, advocaten, notarissen en nog een reeks andere beroepsgroepen hebben een beroepsgeheim. Dat mogen ze niet schenden of ze kunnen zes maanden cel krijgen.
- Wie een beroepsgeheim heeft, kan zich daarop beroepen om te zwijgen in een gerechtelijke procedure en dus om criminele feiten niet te melden aan het gerecht. Maar men neemt aan dat de rechter ook kan toetsen of bepaalde punten wel effectief onder het beroepsgeheim vallen. Dat ligt op zich al delicaat. Een geneesheer mag bovendien altijd een misdrijf tegen zijn patiënt aan het gerecht melden. Hij mag in dat geval zijn beroepsgeheim loslaten, maar hij moet dat niet.
Als hij hoort van seksueel geweld tegen zijn minderjarige patiënt zal hij vermoedelijk het gerecht inlichten. Hij zal dat allicht ook doen als er gevaar is voor een andere minderjarige. En sinds het cassatie-arrest van 13 mei 1987 is het beroepsgeheim niet meer absoluut: er kan van worden afgeweken in een 'noodtoestand' . Sinds dan moet de rechter afwegen wat het hoogste goed is: het (zedelijk) welzijn van een verkracht kind of het beroepsgeheim van al deze groepen. En sinds de zaak-Dutroux ligt het nog anders.
- In 2000, na de zaak-Dutroux, werd een apart artikel 458 bis in het strafwetboek ingevoerd voor seksueel geweld tegen minderjarigen. Dat leert dat mensen met een beroepsgeheim, die tijdens de uitoefening van hun vak vertrouwelijk geïnformeerd worden over zware seksuele delicten met minderjarigen, hulp moéten bieden. Maar die hulp betekent niet noodzakelijk dat zij (bijvoorbeeld: de bisschoppen die kennis krijgen van seksueel misbruik bij minderjarigen) deze feiten aan het gerecht moeten melden. Ze moeten de best mogelijke hulp bieden en in een bepaald geval kan dit een klacht bij het gerecht zijn. Maar het hoeft dus niet. Als ze echter helemaal geen hulp bieden, zijn ze strafbaar voor schuldig verzuim (maximum twee jaar cel).
- Schuldig verzuim is er evenwel alleen als geen hulp wordt geboden bij een onmiddellijk en dreigend gevaar. Het is er niet als geen hulp wordt geboden bij feiten die verjaard zijn en ook niet bij niet-verjaarde feiten zonder onmiddellijk of dreigend gevaar.
- De vraag is of de Commissie-Adriaenssens over een beroepsgeheim beschikt. Hoogstwaarschijnlijk niet. In de kritieken op de huiszoeking heeft immers niemand zich op dit beroepsgeheim beroepen om tegen de inbeslagname van àlle dossiers te protesteren.
In deze commissie zit weliswaar één arts, kinderpsychiater Peter Adriaenssens. Die heeft wel een beroepsgeheim met betrekking tot zijn eigen patiënten, maar wellicht niet als voorzitter van de Commissie-Adriaenssens. En in die functie van voorzitter zit hij in de Commissie. Volgens Adriaenssens zelf was een vertegenwoordiger van de Orde aanwezig om toe te zien dat geen andere dossiers dan die van de Commissie in beslag werden genomen.
Adriaenssens: "Het beroepsgeheim 'in enge zin' is bij deze huiszoeking niet aan de orde omdat het in deze dossiers niet ging over behandelingen door een arts. Maar er kan wel discussie zijn over het beroepsgeheim 'in ruime zin'. Men kan aannemen dat een aantal mensen naar deze Commissie gestapt is omdat ik voorzitter was. Om op dit probleem toe te zien was er een vertegenwoordiger van de Orde."
Hebben de leden van de Commissie-Adriaenssens dan geen beroepsgeheim precies omdàt ze lid zijn van die Commissie? Men zou immers kunnen zeggen dat alle Commissieleden hulpverleners zijn.
Het Brussels gerecht antwoordt op die vraag blijkbaar negatief. En wel om twee redenen: omdat de Commissie, die een privé-initiatief van de Kerk is, ook andere doelstellingen heeft dan hulp verlenen aan slachtoffers (namelijk binnen de Kerk uitspitten van zaken van seksueel misbruik, met het oog op een intern-kerkelijke sanctie) en omdat ze buiten ieder decretaal kader over hulpverlening valt.
Maar veronderstel dat de Commissieleden als hulpverleners zouden worden aanzien. Hebben die hulpverleners dan geen beroepsgeheim? Zelfs dat is niet helemaal zeker. Volgens deskundigen is er ter zake een 'flou artistique'. Het beroepsgeheim was vroeger beperkt tot groepen die een Orde hadden om de deontologische praktijken van hun leden te controleren: dokters, advocaten, apothekers... Later stapte men daarvan af en nu is er een wildgroei. Voor hulpverleners is het beroepsgeheim onvoldoende geregeld. Er is bijvoorbeeld geen Orde om de deontologie te controleren. Het is ook onduidelijk of ze een beroepsgeheim hebben dan wel een ambtsgeheim, zoals bijvoorbeeld substituten op het parket. Bij het ene moeten ze over hun geheimen tegen iedereen zwijgen, bij het andere moeten ze hierover rapporteren aan hun hiërarchische oversten of opdrachtgevers, maar zwijgen tegenover de rest. Omdat hulpverleners in zoveel verschillende statuten hulp verlenen, is niet duidelijk wat hun 'beroepsgeheim' precies inhoudt.
Bij de Commissie-Adriaenssens komt daar dus nog bij dat het gaat om hulpverleners die totaal buiten ieder wettelijk geregeld kader vallen en die werken binnen een private organisatie.
Als de leden van Commissie-Adriaenssens als lid een beroepsgeheim zouden hebben, dan zou het niet nodig geweest zijn dat een werkgroep van het college van procureurs-generaal dit thema nog zou uitklaren. Want dat was men van plan. Dus: vermoedelijk heeft de Commissie-Adriaenssens geen beroepsgeheim in de strafrechtelijke betekenis van het woord. Maar het is toch waarschijnlijk dat ooit zal gepleit worden dat haar leden als hulpverleners wel zo'n beroepsgeheim hebben. De rechtspraak zal dan de knoop moeten doorhakken, tenzij de wetgever dat eerder doet.
9. Wat doet het gerecht met pedofiele misdrijven?
In 2009 werden 634 veroordelingen uitgesproken voor seksueel misbruik van minderjarigen. Dat blijkt uit (voorlopige) cijfers van de Dienst voor Strafrechtelijk Beleid. Volledige cijfers zijn er wel voor 2007: 916 veroordelingen, ongeveer evenveel als in 2000 (933). Om hoeveel personen het gaat weet de DSRB niet te melden. Nog amper 1% van de dossiers voor seksuele misdrijven die geseponeerd worden, zonder vervolging blijven... omdat ze verjaard zijn.