Op 20 april maakte ik melding dat op 12 mei het boek 'Het raadsel van God. Mijn ontdekkingsreis langs wetenschap, geloof en twijfel', van de hand van Alister McGrath zou verschijnen. Ondertussen is het dan ook in elke boekenwinkel te koop. Al aangekocht?... :-)
Ikzelf heb de rijke inhoud ervan in zijn geheel verslonden, en geef toe dat het mij tot nadenken stemde. Je weet wel: een denken dat na het gewone denken komt. Maar, ondanks het feit dat het voor mijn persoonlijke overtuigingen geen meerwaarde was, is het boek toch een aanrader.
Wat de 67-jarige Alister McGrath zélf over zijn eigen boek schreef?...
In zijn voorwoord vertelt hij het volgende...
"In dit boek vertel ik hoe een rusteloze, vrijdenkende anarchist met de wetenschap als grote liefde, een onmodieuze maar heel vervullende, rationele en veerkrachtige visie op de wereld ontwikkelde. Die visie bleek het christendom te heten en in dit boek vertel ik mijn verhaal. Het is geen autobiografie, hoewel er onvermijdelijk autobiografische details voorkomen in dit verslag van ontdekking en reflectie. Het is ook geen theologisch geschrift, hoewel ik tal van theologische kwesties aanstip. Dit verhaal gaat over het verlies van mijn intellectuele onschuld tijdens de confrontatie met een wereld die halsstarrig weigerde zich te conformeren aan mijn denkbeelden over hoe hij zou moeten zijn.
Dit beknopte werk is in essentie een uitzoektocht van ideeën. Ik doe verslag van intellectuele ontdekkingsreizen waarin ik reflecteer op mijn groeiende bewustwording hoe complex de werkelijkheid is, hoe beperkt mijn en ons begrip daarvan is en wat de consequenties waren voor mijn tot mislukking gedoemde jeugdige verlangen naar een simpele kijk op een gecompliceerde wereld. Het gaat onder andere over mijn eigen verschuiving van atheïsme naar christendom in de context van de culturele onrust aan het eind van de jaren 1960; over mijn ontdekking hoe stimulerend en vruchtbaar theologie is toen ik research deed aan de faculteit biochemie van de Universiteit van Oxford. Degenen die mij vooral via mijn theologische werken hebben leren kennen, zullen door dit boek begrijpen hoe ze tot stand gekomen zijn.
Hoewel mijn overgang van atheïsme naar christendom een belangrijk element is in dit verhaal, is het niet de enige ontdekkingstocht die ik in de loop van mijn leven heb gemaakt. Naast deze omwenteling in religieuze opvattingen heb ik geleerd dat een jeugdige verwachting van zekerheid over de grote vragen van het leven onhoudbaar was. Of we nu atheïst zijn of gelovig, we zullen allemaal moeten leren leven met onzekerheid over de opvattingen die voor ons cruciaal zijn, zoals het bestaan van God de aard van het goede of de zin van het leven. Ik heb moeten leren leven met een wereld waarin we onze diepste overtuigingen niet kunnen bewijzen. De schaduwen van donkerheid zijn levensgroot aanwezig in deze vertelling. En dat kan niet anders, juist omdat ze onderzoekt hoe we te midden van onzekerheid en twijfel authentiek en betekenisvol kunnen leven. Ik heb ontdekt dat het kan."
Aanhoor hem voor jezelf...
'Het raadsel van God. Mijn ontdekkingsreis langs wetenschap, geloof en twijfel...'
In dit boek kijkt Alister McGrath op 67-jarige leeftijd terug op zijn leven en beschrijft in detail de centrale wendingen en motieven. Reeds op 16-jarige leeftijd nam hij - ondanks een christelijke opvoeding - een anti-religieuze houding aan. Godsdienst was toen voor hem iets onbegrijpelijks en totaal onnodig. Tevens zag hij niet in welk verschil het aanvaarden van God in zijn persoonlijke wereld zou kunnen maken. Het leven was er om geleefd te worden, niets meer, niets minder.
Gefascineerd door de Duitse denker Karl Marx (1818 – 1883) en zijn 'opium van het volk' beschouwde de jonge McGrath godsdienst als een vijand; een vijand, die onderworpen moest worden en niet als een anomalie mocht worden aanschouwd die kon worden getolereerd. Net als opium was het een bedwelmend middel: het verderfde de morele zintuigen en zorgde ervoor dat de mens lethargisch en onverschillig werd tegenover het onrecht in de wereld.
De jonge McGrath kwam iets later aan de weet dat Marx zijn godsdienstkritiek had gebaseerd op de ideeën van de avant-gardistische Duitse filosoof Ludwig Feuerbach (1804 - 1872), die redeneerde dat de menselijke geest het concept God had voortgebracht om zijn hunkering naar zingeving en betekenis te vervullen. God was dus niet ontdekt, maar door de mens uitgevonden om in een specifieke behoefte of verlangen te voorzien, waaronder gelukkig zijn, bijvoorbeeld. Voor de materialistische ingestelde Feuerbach was godsdienst niets meer dan een illusie.
Kortom, McGrath had het religieus geloof verworpen omdat het niet bewezen kon worden. Maar, zelfs de gedachte dat er geen God is, kon eveneens niet worden bewezen...
Doch de vraag die hij toen aan zichzelf stelde was:" Hoe kan geloof in God voor mij enig verschil maken gezien (1) de radicale afstand tussen God (in Zijn hemel) en mijn wereld (in riumte en tijd), en (2) de volstrekte afwezigheid van verbondenheid tussen God en die wereld?"
Van christenen kreeg hij te horen dat geloof niets te maken had met het belijden van een irrelevante God, maar met de ontdekking en omarming van een transcendente werkelijkheid achter onze wereld; een realiteit, die te kennen en te vertrouwen was. Daarin werd Jezus Christus als de belichaming van God omschreven, teneinde de pijn, het lijden en de ellende in een menselijke gedaante aan zijn eigen lijf te ondervinden, verwijzend naar Johannes - Hfst. 1, vers 14: "Het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond."
Voor hem was het alsof Jezus Plato's allegorische grot was binnengedrongen en ons wilde leiden naar een betere wereld buiten die grot door alle barrières, die ons tegenhielden, uit de weg te ruimen.
In 1971 was McGrath nog steeds in het Marxisme geïnteresseerd, maar aanvaardde het niet langer als hét bepalende 'totaalbeeld' van de wereld.
In 1972 nam hij op aanraden van een vriend het besluit om het Evangelie van Marcus te gaan lezen, in het Grieks. Daardoor verkreeg vooral het woordje 'inkeer' een totaal andere betekenis en had het niet langer iets te maken met 'berouw' of met 'schuldgevoelens'.
Ook Romeinen - Hfst. 13, vers 12 "De nacht loopt ten einde, de dag breekt aan. Laten wij ons dus ontdoen van de werken der duisternis en ons wapenen met het licht," inspireerde hem. Voor hem was het een uitnodiging om de werkelijkheid met andere ogen te bekijken; dit, in de betekenis van de ogen te openen en de visie te verbreden.
Tevens spraken de volgende woorden van Louis Buñuel (1900 – 1983) hem aan: "Ik zou mijn leven geven voor een mens die de waarheid zoekt. Maar een mens die denkt de waarheid gevonden te hebben, zou ik graag een kopje kleiner maken."
In februari 1974 stapte McGrath een boekenwinkel binnen en kocht er een verzameling essays, namelijk: 'They asked for a Paper' van C. S. Lewis (1898 – 1963). Vooral één zin, onderstreepte hij daarin, zijnde: "Ik geloof in het christendom net zoals ik geloof dat de zon is opgekomen. Niet alleen omdat ik het kan zien, maar omdat het mij in staat stelt om alle andere dingen te zien."
Andere opmerkelijke uitspraken van C. S. Lewis zijn:
- "Iedereen zegt dat vergiffenis een mooi idee is tot er zich iets aandient om te vergeven."
- "Er zijn veel, heel veel betere dingen in het vooruitzicht dan de dingen die we achterlaten."
- "Ik bekeerde mij niet tot een godsdienst om mezelf gelukkig te maken. Een fles port maakt mij gelukkig. Als je een godsdienst wilt die het je echt aangenaam maakt dan raad ik je het christendom zeker niet aan."
- "Als we met een verlangen zitten dat niets of niemand in deze wereld kan bevredigen, dan is de meest waarschijnlijke verklaring dat we voor een andere wereld gemaakt zijn."
- "God fluistert in ons plezier, maar schreeuwt in onze pijn."
Na 1974 worden de bladzijden met biografische gegevens opgevuld.
Wat zijn gedachte is over Richard Dawkins?...
“Dawkins is bijna een 18de-eeuwse atheïst uit de verlichting, hij denkt dat de wetenschap al jouw vragen kan beantwoorden. Dat heb ik vroeger ook gedacht, maar toen liep ik compleet vast. Je overvraagt zo de natuurwetenschappen, je laat ze dingen zeggen die ze niet kúnnen zeggen. Wetenschap staat altijd open voor nieuwe interpretaties en modellen. Dawkins gooit de boel dicht en zegt: "Dit is wat de wetenschap zegt, punt uit". Wat hij maar moeilijk kan toegeven, is dat zijn eigen atheïstische positie net zo goed onbewijsbaar is als het standpunt van mensen die in God geloven.”
“Toen ik Dawkins bestudeerde, moest ik alles lezen wat hij had geschreven. Dat hielp me snappen hoe hij dacht. Ik verkreeg inzichten in zijn manier van denken en in dat van zijn geestverwanten. Jongeren voelen zich nog altijd aangetrokken tot zijn atheïsme. Waarom? Omdat het zo duidelijk is, en eenvoudig. Vooral voor jongeren is elke ideologie die zekerheid belooft interessant. Of het nou politiek is, wetenschappelijk of religieus – zolang het de onzekerheid, de twijfel, de onwetendheid maar wegneemt. De les die ik met dit boek heb willen meegeven, is dat we moeten leren leven met het feit dat we niet alle antwoorden zullen krijgen.”
Over Plato's Grot - Een uittreksel uit zijn boek...
Blz. 168: "Plato nodigt ons uit ons te verplaatsen in iemand die uit deze grot ontsnapt en de zonovergoten wereld daarbuiten instapt. Hoewel ze in eerste instantie overweldigd wordt door de schittering van de zon, kan ze de schoonheid en het wonderbaarlijke van dit vreemde nieuwe gebied tot zich nemen en voelt ze het contrast met het minderwaardiger bestaan in de grot. Plato ziet een filosoof als iemand die dit grotere vergezicht van de werkelijkheid heeft aanschouwd en teruggaat naar de grot om anderen te vertellen wat ze heeft gezien, zodat zij de werkelijkheid ook kunnen gaan zien zoals ze is. Maar de filosoof, die in deze buitenwereld is geweest, ziet de dingen veel scherper dan de toehoorders in de grot, en zij hebben er dan ook moeite mee haar visioen te begrijpen en te aanvaarden. Ze kunnen niet zien wat zij heeft gezien. Hun verbeeldingsrijke voorstellingen van deze wereld moeten opgerekt en verruimd worden om de grotere realiteit een plek te kunnen geven, iets waar het leven in de grot hen niet op voorbereid heeft.
Bij vroegchristelijke schrijvers resoneerde Plato als een verwante dialoogpartner. Ze constateerden een gemeenschappelijk geloof in een transcendent domein dat het leven in deze wereld verlichtte en inspireerde. De christelijke theologie gebruikt de categorie openbaring om te duiden op een verstrekkend visioen van 'de echtheid'. We krijgen een helderheid van visie gepresenteerd die buiten de beperkingen van onze menselijke situatie ontspringt en maakt dat we onze situatie en mogelijkheden kunnen zien zoals ze werkelijk zijn; en dat veroorzaakt weer dat we onze vooraannames over onszelf en onze wereld onder de loep kunnen nemen.
Het christelijke 'totaalbeeld' (zoals bijvoorbeeld uitgewerkt door Augustinus van Hippo) omvat een nogal nuchtere vaststelling van de beperktheid van menselijke visie en actie. Wij zien onscherp. Het lukt niet om los te breken uit zelfmisleiding en zelfgerichtheid. We weten misschien best wat we zouden moeten doen. Maar dat wil nog niet zeggen dat we het ook willen doen, of kunnen doen. Het christendom schildert de menselijke natuur als gewond, beschadigd, gebroken en kwetsbaar, vatbaar voor dwaling en misleiding. Kennis is niet voldoende. Er is meer dan informatie nodig om onze wonden te genezen en ons te herstellen tot heelheid. Wat we zien en wat we doen, wordt bepaald door wat we zijn; om zuiver te zien en doen moeten we veranderd worden.
De transformerende impact van het christelijk evangelie op individuele mensen wordt in de theologie vaak uitgedrukt in medische vergelijkingen. Augustinus heeft op grote schaal medische beeldspraak gebruikt in zijn verkenningen van de vele aspecten van het christelijk evangelie. Gods genade heeft mensen weer heel gemaakt, fungeerde als zalfolie op hun wonden. Augustinus meende dat de christelijke kerk kan worden beschouwd als een ziekenhuis, een plek waar gewonde en gebroken mensen verzorging en genezing kunnen ontvangen.
Augustinus' analyse is een belangrijk corrigerend argument voor iedereen die denkt dat het christendom slechts een 'totaalbeeld' van de mensen en van de wereld geeft. Dit grootse perspectief identificeert niet alleen het probleem, maar zet vervolgens uiteen hoe onze situatie veranderd en getransformeerd zou kunnen worden. Christenen zien Jezus Christus als het 'licht van de wereld' dat zowel onze situatie als de weg voor onze voeten verlicht, en als de 'goede herder' die ons vergezelt terwijl we door deze donkere en vaak zo onbegrijpelijke wereld reizen. Hij is de wegbereider, de 'grondlegger en voltooier van ons geloof' (Heb. 2.). Hij is voor ons uit gegaan om te laten zien wat er buiten de grot op ons wacht en om ons te helpen het pad te lopen dat Hij heeft gebaand. Christus is het 'mens geworden woord' (Joh. 1:14), God die mens is geworden en een gevallen en geschapen wereld is binnengegaan om licht te werpen op onze situatie en die te transformeren.
Plato's allegorie van de grot richt onze aandacht als vanzelf op de vraag hoe we kunnen leven in zo'n schimmige wereld, een wereld waarin we slechts ten dele en onvolmaakt zien. Hoe houden we zo'n dubbelzinnigheid vol terwijl we zo verlangen naar ware helderheid? Dat is in mijn ogen de epistemologische tragedie van de mensheid: we verlangen te weten wat niet met zekerheid te weten valt, en daarom hebben we te doen met wat we kunnen om deze wereld en onze plek daarin begrijpelijk te maken.
Ik heb bewondering gekregen voor de Ierse schrijver John Banville, die enigszins woorden weet te geven aan onze hachelijkheid en kwetsbaarheid omdat we maar zo gebrekkig weten waar het werkelijk op aankomt: 'Wat een klein onwetend scheepje zijn we, zeilend door de gedempte stilte van de herfstige donkerte. Sommigen maken er een obsessie van: 'We kunnen helemaal niets weten.' Maar zulk extreem scepticisme berust op een zekerheid: dat er niets geweten kan worden. Ik trek de realistischere conclusie dat we het recht hebben om te geloven, maar verplicht zijn om redenen aan te voeren voor wat we geloven. Nu ik een oudere man geworden ben, heb ik geaccepteerd dat ik niet alleen met deze moeilijke waarheid moet leven, maar ermee moet werken, in het besef dat veel vragen onbeantwoord en veel kwesties onopgelost blijven. Dat is misschien wel de moeilijkste les die ik heb moeten leren."
"Vind mensen, die in zichzelf zowel de motivatie als de aangeboren drijfveer hebben om aan hun Innerlijke Zelf te werken, en we zullen hen gidsen."
- DIMschool vzw, de énige gespecialiseerd in Zelfkennis, zijnde: het kennen van het Zelf -
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
En, voel jij je geroepen om Spiritualia te sponsoren?
Klik dan op deze link. Alvast bedankt!
Overschrijven kan ook via: IBAN: BE22 7795 9845 2547 - BIC: GKCCBEBB
- Indien je zo'n (bak)steentje bijdraagt, ook eventueel via een aankoop of een Zoek&Vind abonnement, mogen we jouw naam hieronder publiceren? Laat het ons weten! -
- Ook kan je dus in onze webshop iets aankopen, waaronder:
Archetypen vragenlijst
Kristallen schedels
Pendels
Purperen plaatjes
Wierook & Benodigdheden
Voor de 'Zoekers naar hun Innerlijke Waarheid' is er...: Eclecticus!
En, dan heb je nog ...
DIMschool biedt 10 interessante privé-sessies aan waaruit jij kan kiezen!
Dossier Zelfkennis: Over de Handleiding Pendelen van A tot Z
'Eclecticus': een korte introductie…
Prachtige geode amethist schedel van 4 kg 340 gram zoekt een warme thuis.
Wat is jouw Archetype ? En, ken je ook die van jouw partner?
Een Cursus in Wonderen - A Course in Miracles: een introductie.
Interesse in Kabbala en de Boom des Levens?
Pssst! Jij, ja jij! Leren werken met Runen?… De handleiding is beschikbaar!