|
Zelfkennis: De 'Wie Ben Ik?'-vraagstelling
|
|
Over het antwoord op de vraag 'Wie ben ik?' legt Gurdjieff ons uit waarom het zo moeilijk is onszelf te kennen. Hij zegt ons: "We gaan ervan uit dat de mens zichzelf niet kent, dat hij niet is. Dat wil zeggen, hij is niet wat hij kan en zou moeten zijn. Om deze reden kan hij geen overeenkomsten of verplichtingen aangaan. Hij kan geen enkele beslissing nemen ten aanzien van de toekomst. Vandaag is hij de ene persoon, morgen een andere.
Bijvoorbeeld..., kan iemand die zichzelf niet kent een belofte van geheimhouding geven? Natuurlijk kan hij die belofte geven, maar kan hij haar ook nakomen? Hij is niet één, er zijn verschillende mensen in hem. De ene in hem belooft dat hij het geheim zal bewaren en gelooft dat hij het ook wil bewaren. Maar morgen vertelt een ander in hem het aan zijn vrouw, of bij een fles wijn aan een vriend, of een handig iemand kan hem op zo'n manier uithoren dat hij er zelfs niets van merkt dat hij alles blootgeeft. Ofwel, iemand schreeuwt onverwacht tegen hem - hij wordt geïntimideerd en doet alles wat u wilt! Wat voor verplichtingen kan hij aangaan? Om een geheim te kunnen bewaren, moet iemand zichzelf kennen en moet hij zijn. En iemand die is zoals alle mensen zijn, staat daar nog ver van af.
De mensen zijn zo verschillend. Ik geloof niet dat men ze allemaal onder een noemer kan brengen. Er zijn wilden, er zijn gemechaniseerde mensen, er zijn intellectuelen, er zijn genieën, et cetera. Mensen verschillen heel veel van elkaar, maar dat wat de mensen werkelijk van elkaar onderscheidt, kent u niet en kunt u niet zien. Het verschil waar u over spreekt, bestaat eenvoudig niet. Dat moet u goed begrijpen. Alle mensen die u ziet, alle mensen die u kent, alle mensen die u nog zult leren kennen, zijn machines, werkelijke machines, die enkel reageren op uiterlijke invloeden. Zij worden als machines geboren en als machines sterven zij. Wat hebben wilden en intellectuelen hiermee te maken? Zelfs nu, op dit ogenblik terwijl wij hier met elkaar zitten te praten, proberen verscheidene miljoenen machines elkaar te vernietigen. Wat voor onderscheid bestaat er tussen hen? Waar zijn de wilden en waar de intellectuelen? Zij zijn allemaal gelijk... Maar er bestaat een mogelijkheid om machine-áf te worden. Daaraan moeten wij denken en niet over de verschillende soorten machines die er bestaan. Natuurlijk zijn er verschillende machines: een auto is een machine, een grammofoon is een machine, een geweer is een machine. Maar wat zegt dat? Alles is hetzelfde - het zijn allemaal machines."
Op de vraag 'Bestaat er dan, volgens uw leer geen manier om op te houden een machine te zijn?' krijgen we van hem het volgende antwoord: "Het is mogelijk op te houden een machine te zijn, maar daartoe is het allereerst nodig de machine te kennen. Wanneer een machine zichzelf kent, is ze geen machine meer, tenminste niet zo'n machine als ze eerst was. Zij begint reeds verantwoordelijk te worden voor haar daden. Een 'mens', in de volle betekenis van het woord, is verantwoordelijk voor zijn daden, een machine niet."
|