|
Volta - Grondlegger van de elektrochemie
|
|
Originele titel: Volta - Teorie ed esperimenti di un filosofo naturale
Lucio Fregonese
|
Type:
|
Hardcover
|
Uitgever:
|
Veen Magazines
|
Gewicht:
|
Onbekend
|
Aantal Pagina's:
|
156
|
ISBN:
|
90-8571-130-4
|
ISBN-13:
|
978-90-8571-130-8
|
Categorie:
|
Exacte Wetenschappen
|
Richtprijs:
|
€ 34,5
|
Korte Inhoud
De Italiaanse wetenschapper Alessandro Volta (1745 - 1827) was een veelzijdig man. Zijn baanbrekende ideeën zorgden voor een beter begrip van onder meer elektriciteit, scheikunde en pneumatiek. Volta's grootste uitvinding was ongetwijfeld de batterij. Dankzij de batterij werd het mogelijk een continu elektrische stroom van hoge intensiteit op te wekken. Dit maakte en reeks gebeurtenissen in de wetenschap, de technologie en de maatschappij mogelijk: in 1800 ontstond de elektrochemie. Binnen een paar jaar werden er met behulp van elektrolyse allerlei scheikundige elementen gevonden die nooit eerder in hun elementaire toestand waren waargenomen. Hans Christian Orsted (1777 - 1851) ontdekte dat de elektrische stroom uit de batterij een magnetisch veld produceerde. Die ontdekking leidde in 1820 tot de elektrodynamica. Door Volta's uitvinding was de wereld beslist veranderd.
Uittreksel
Blz. 1: In 1778 werd de toen drieëndertigjarige Alessandro Volta (1745-1827) gevraagd voor de leerstoel experimentele fysica aan de Universiteit van Pavia, die in die jaren sterk in opkomst was en binnen korte tijd een van de meest vooraanstaande universiteiten van Europa werd. In het didactische gedicht Invito a Lesbia Cidonia, dat in 1793 werd gepubliceerd, stelde Lorenzo Mascheroni (1750-1800) zonder aarzeling dat de wetenschappen, 'trots op beroemde namen', zich aan de Universiteit van Pavia lieten horen met 'een geluid dat heel oplettend Europa hoort'. Onder de namen waarop de universiteit zich kon beroemen waren die van de natuurwetenschapper Lazzaro Spallanzani (1729-1799) en de anatoom Antonio Scarpa (1752-1832). Toen Mascheroni dit leerdicht schreef, was ook Volta al beroemd en sinds een jaar verwikkeld in de beroemde discussie met Luigi Galvani (1737-1798) over de zogenaamde dierlijke elektriciteit, waarbij zijn naam definitief werd gevestigd dankzij de uitvinding van de batterij. Volta vond dit buitengewone instrument eind 1799 uit in zijn geboortestad Como, waar hij zich had teruggetrokken omdat de universiteit was gesloten op last van de Oostenrijkers, die kort daarvoor Lombardije hadden geannexeerd nadat het gebied vier jaar bezet was geweest door de Franse revolutionairen.
Dankzij de batterij was er voortaan een continue elektrische stroom van hoge intensiteit beschikbaar. Dat leidde tot een reeks gebeurtenissen die de wetenschap, de technologie en de maatschappij sterk zouden beïnvloeden. In 1800, het jaar waarin dankzij de batterij de elektrolyse van water mogelijk werd, ontstond de elektrochemie. Binnen een paar jaar werden er met behulp van elektrolyse allerlei scheikundige elementen gevonden die nooit eerder in hun elementaire toestand waren waargenomen. Hans Christian Oersted (1777-1851) ontdekte dat de elektrische stroom die geleverd werd door een batterij een magnetische werking produceerde. In 1820 baande hij de weg voor de ontwikkeling van de elektrodynamica en voor de versmelting van elektriciteit en magnetisme in een nieuwe tak van wetenschap: het elektromagnetisme.
Na alle ontwikkelingen waartoe de batterij had geleid, was de wereld beslist veranderd en werd men nieuwsgierig naar hoe Volta tot zijn uitvinding was gekomen. Wat was fysica in die tijd? Welke ideeën heersten er over elektriciteit? Was Volta ook een theoreticus, of slechts een zeer bekwaam experimentator met veel geluk? Bestond er een relatie tussen de uitvinding van de batterij en zijn eerdere onderzoeken?
Tegenwoordig is het haast gemeengoed de natuurkunde te beschouwen als een leer die de natuurverschijnselen herleidt tot een beperkt geheel van fundamentele principes. Met de uitdrukking 'fundamentele principes' bedoelen we hier het totaal van entiteiten en basiswetten die de grondslag vormen van de natuurlijke werkelijkheid. Het is vervolgens de taak van de natuurkundige om enerzijds de fundamentele principes vast te stellen waarmee de natuurlijke gebeurtenissen kunnen worden verklaard, en anderzijds te laten zien hoe die gebeurtenissen volgens de vastgestelde fundamentele principes verlopen. Het gaat er bijvoorbeeld om te zeggen waaruit licht bestaat, aan welke wetten licht gehoorzaamt, en aan te tonen hoe daaruit een regenboog volgt, of elk ander van de talloze optische verschijnselen die bekend zijn. Beslist een zware, maar tegelijkertijd fascinerende taak. Een ander idee dat nu algemeen aanvaard is, is dat de natuurkundige bij dit soort werk ruimschoots gebruikmaakt van zowel de wiskunde als het experiment.
Was dat in Volta's tijd ook zo? Om zijn werk goed te kunnen begrijpen moeten we de belangrijkste stappen in de ontwikkeling van de natuurkunde schematisch doorlopen, waarbij we beginnen bij de oude Grieken. De ontwikkeling van de westerse natuurkunde leidt namelijk alleen tot eenheid en samenhang als we die beschouwen vanuit het perspectief van een voortzetting van de belangrijke thema's uit de Oud-Griekse cultuur. Een van de grootste verworvenheden in die tijd was de definitie van natuurkunde als leer die zich ten doel stelt de natuurlijke wereld te verklaren op grond van een paar fundamentele principes. Al bij de oude Grieken waren de wiskunde en de natuurkunde nauw met elkaar verweven. Daarbij ontbrak echter nog het begrip experiment als opzettelijke vraagstelling waarmee iets kan worden onthuld over de innerlijke structuur van de natuur. Dit idee is een moderne verworvenheid, die pas vanaf de achttiende eeuw volop doorbrak.
Aan het eind van onze historische excursie in dit hoofdstuk zullen we zien welke specifieke gedaante de van het Griekse gedachtegoed geërfde motieven kregen in de natuurkundige systemen van Descartes en Newton. Een analyse daarvan zal ons de basiselementen leveren om het historische kader van de natuurkundige onderzoekingen van Alessandro Volta te kunnen begrijpen.
Recensie
door
Tsenne Kikke
Deel uit deze voortreffelijke reeks over de natuurwetenschappen. Lucio Fregonese, verbonden aan de universiteiten van Pavia en Cambridge en kenner van de geschiedenis van de natuurwetenschap, met name die van de 18e eeuw, plaatst leven en werk van Alessandro Volta (1745-1827), die wij voornamelijk kennen als uitvinder van de batterij en wiens naam wij eren met het woordje "volt", in een breed historisch kader.
Na een kort overzicht van de geschiedenis van de natuurwetenschap vanaf de oude Griekse natuurfilosofie gaat hij uitvoerig in op de zoektocht van Volta en zijn tijdgenoten naar een enkel principe ter verklaring van het verschijnsel elektriciteit. Een uitermate boeiende geschiedenis, helder verteld, uitvoerig geïllustreerd, zorgvuldig gedocumenteerd en fraai in kleur vormgegeven.
|
Copyright © 2008-2024 Spiritualia. Alle rechten voorbehouden. |
Privacy Statement |
Gedragscode |
Algemene Voorwaarden |
Auteursrecht
|